Tasuta

Het 'John Grier Home'

Tekst
iOSAndroidWindows Phone
Kuhu peaksime rakenduse lingi saatma?
Ärge sulgege akent, kuni olete sisestanud mobiilseadmesse saadetud koodi
Proovi uuestiLink saadetud

Autoriõiguse omaniku taotlusel ei saa seda raamatut failina alla laadida.

Sellegipoolest saate seda raamatut lugeda meie mobiilirakendusest (isegi ilma internetiühenduseta) ja LitResi veebielehel.

Märgi loetuks
Šrift:Väiksem АаSuurem Aa

Zoo juist is de mail gekomen, waaronder een brief van Mevrouw Bretland, die erg blij is met de kinderen. Ze sluit hun eerste foto in; alle drie in een alleraardigst wagentje. Clifford houdt heel trotsch de teugels. Een Broom staat bij de poney. Hoe vindt je dat voor drie kinderen uit het John Grier Home? Het is prachtig, als ik aan de toekomst denk, die ze tegemoet gaan, maar toch ook een beetje treurig, als je nagaat, dat die arme vader zich dood gewerkt heeft voor die drie schapen en ze hem nu zoetjes aan vergeten. De Bretlands zullen dit zooveel mogelijk in de hand werken. Ze zijn jaloersch van elken invloed van buiten en willen niets liever dan dat de kinderen absoluut van hen alleen zijn. Eigenlijk schijnt mij de natuurlijke weg de beste. Iedere familie moest zijn eigen kinderen kunnen groot brengen.

Vrijdag.

Vandaag heb ik den dokter gezien en gesproken. Hij geeft een treurigen aanblik en lijkt wel een pakje verbandgoed in windsels. Gelukkig wisten wij bij ons weerzien elk misverstand uit den weg te ruimen. Is het niet wreed als je nagaat, dat twee menschelijke wezens, beiden begaafd met een zeer goede bespraaktheid, het zoo inrichten, dat de een zich voor den ander verstopt? Ik heb van zijn houding absoluut niets begrepen en hij snapte mij niet. Zou die grimmige terughoudendheid, waarin wij Noordelijke volkeren ons zoo graag oefenen, wel de juiste zijn? Achteraf beschouwd voel ik nu meer voor de zich in woorden luchtende gevoelens van Zuidelijke volkstammen.

Maar Judy, nu moet ik je toch zoo iets droevigs vertellen. Herinner je je nog, dat hij in het voorjaar dat zenuwziekengesticht bezocht en daar toen dagen bleef en ik daarover zulke flauwe grapjes maakte? Hoe heb ik dat ooit kunnen doen! Hij ging daarheen om bij de begrafenis van zijn vrouw tegenwoordig te zijn. Zij stierf daar in het gesticht. Miss MacGurk wist dat al lang en had het best bij haar overig geklets kunnen voegen. Maar dat vertikte zij.

Hij vertelde mij veel over haar, op een heel lieve manier. Die arme man heeft jaren en jaren lang veel verdriet geleden en ik vermoed dat haar dood een gezegende verlossing voor hem is. Hij bekende dat hij bij zijn huwelijk wist, dat hij haar eigenlijk niet moest trouwen want hij was op de hoogte van haar ziek zenuwstelsel, maar hij hoopte, dat hij, als dokter, haar daar wel overheen zou kunnen helpen en ze was zoo buitengewoon mooi. Hij gaf zijn stadspraktijk op en vestigde zich voor haar gezondheid buiten. Maar na de geboorte van het kleine meisje werd het hoe langer hoe erger met haar en "hij moest haar wegdoen", zooals Mrs. McGurk zich liefelijk uitdrukte. Het kind is nu zes jaar oud en een allerliefst poppetje om zoo te zien, maar uit zijn woorden kon ik opmaken, dat zij absoluut abnormaal is. Er is altijd een zeer bekwame verpleegster bij haar. Denk eens na over al die beslommeringen en die groote smart, die steeds op onzen geduldigen, armen dokter rustten, want geduldig is hij, ondanks het feit, dat hij de meest ongeduldige man ter wereld is!

Zeg Jervis dank voor zijn brief. Hij is een lieve man en ik ben blij dat hij vruchten oogst van zijn werk. Wat zal het heerlijk zijn als jullie weer terugkomt op Shadywell en wij samen plannen voor een nieuw John Grier Home maken. Ik heb het gevoel alsof het afgeloopen jaar een leerjaar was en ik nu pas rijp ben om te beginnen. We zullen er het aardigste gesticht van maken, dat ooit bestaan heeft. Ik ben zoo dolblij met dat heerlijk vooruitzicht, dat ik 's morgens zingend den dag begin en geen oogenblik mijn goed humeur verlies.

Het John Grier Home stuurt zijn hartelijke groeten aan de twee beste vrienden, die het heeft!

Addio!
Sallie.
John Grier Home,
Zaterdagmorgen, half zeven.

Mijn liefste vijand,

"Op een goeden dag, gauw, zal iets heel aardigs gebeuren...."

Was je niet verrast toen je vanmorgen wakker werd en je je de heele waarheid herinnerde? Ik wel! Eerst moest ik even tot bezinning komen om te weten, waarom ik toch zoo vroolijk was.

Het is nog niet heelemaal licht maar ik ben klaar wakker en zoo blij! En ik verlang er zoo naar om jou te schrijven, mijn lieveling! Ik zal mijn briefje aan het eerste betrouwbare kindje, dat zich laat zien, meegeven en je zult het dus tegelijk met je bord havermout in je kamer zien verschijnen.

En klokslag vier uur ben ik weer bij je. Denk je dat Mrs. McGurk er kwaad van zal spreken als ik twee heele uren blijf en geen vondelingetje als chaperonne meebreng?

Het was geheel te goeder trouw, mijn Sandy, dat ik je beloofde je hand niet te kussen en evenmin in tranen op je peluw uit te barsten, als ik je te zien kreeg. Ik ben bang dat ik het allebei deed, misschien nog wel erger. In elk geval wist ik niet hoeveel ik wel van je hield, totdat ik daar in je kamer kwam en je in je verband, met verschroeid haar tegen die hoop kussens geleund zag zitten. O, ik houd zoo van je. En denk eens aan, wat zal ik niet van je gaan houden als je weer heelemaal jezelf bent – nu een derde van jou uit pleisters en windsels bestaat, ben ik al zoo dol op je!

Maar, mijn liefste eigen Robin, wat ben je toch een gekke man! Hoe kon ik al die maanden op de gedachte zijn gekomen dat je van me hield, als je zoo allerverschrikkelijkst SCHOTSCH tegen me deed. Heusch, je houding wees niet bepaald op verliefdheid! O, ik wou dat ik maar een glimpje van de waarheid te weten was gekomen! Het zou ons beiden heel wat hartepijn hebben bespaard.

Maar we moeten niet achter ons kijken. Wat hebben we niet een prachtige toekomst voor ons! De twee mooiste dingen in het leven vallen ons ten deel: een huwelijk uit liefde en een werkkring, waarin we met hart en ziel opgaan.

Toen ik je gisteren verliet, wandelde ik in een half droomenden toestand naar het gesticht terug. Ik wenschte tot mezelf te komen en te kunnen nadenken, maar inplaats daarvan moest ik met Betsy en Percy en Mrs. Livermore (die ik van te voren voor het diner had uitgenoodigd) eten en vriendelijk, kalm, bedaard met de kinderen praten. Vrijdagavond is de gezelschapsavond van het gesticht. We hadden nieuwe rollen voor den fonograaf, die Mrs. Livermore ons heeft geschonken, en ik moest kalm blijven zitten en beleefd toeluisteren. En liefste, vind je dat niet toevallig: het laatste stukje was "John Anderson, my joe John". Plotseling merkte ik dat de tranen langs mijn wangen biggelden. Ik moest het vondelingetje dat het dichtst bij mij stond, oppakken en knuffelen met mijn hoofd tegen haar schouder aan, om die domme tranen te verbergen.

 
John Anderson, my joe John,
We clamb the hill thegither.
And monie a canty day, John,
We've had wi' ane anither;
New we maun totter down, John,
But hand in hand we'll go,
And sleep thegither at the foot,
John Anderson, my joe.
 

Zullen wij ook, als wij oud en gebogen en zwak zijn, zonder eenig verwijt op de vele dagen, die achter ons liggen en waarin wij samen door het leven zijn gegaan, terugkijken? Het is zoo heerlijk om aan onze toekomst te denken, nietwaar, mijn man? Wij zullen een rijk leven vol inhoud hebben, veel werk en veel vreugde en vol van die kleine onbeteekenende en toch lieve dagelijksche avontuurtjes, als wij samen voortgaan.

Weet je waarom ik zooveel van de kinderen ging houden? Ze hadden me zoo hard noodig. En dat is de reden – tenminste een van de redenen – waarom ik jou heb lief gekregen. Je bent een aandoenlijke figuur, mijn liefde, en nu je het jezelf in het leven niet makkelijk en gezellig wilt maken, zal iemand anders daarvoor moeten zorgen.

We zullen op den heuvel, juist achter het gesticht, een huis bouwen. Wat denk je van een gele Italiaansche villa? Of hoe je meer van rose? Maar in geen geval zal het een groen huis worden en ook krijgt het geen pannendak! En we zullen een dol gezellige huiskamer hebben met een groote open haard en een schouw en gemakkelijke stoelen en veel ramen! EN GEEN MCGURK! Ja, die arme, oude ziel! Zal ze niet vreeselijk nijdig zijn en je een allerafschuwelijksten maaltijd bereiden als ze het groote nieuws hoort?

Maar we zullen het haar nog lang niet vertellen, hè, mijn jongen? En ook niemand, niemand, niemand anders! Het zou te schandalig vlug op mijn verbroken verloving volgen. Ik schreef Judy gisteravond en met groote zelfbeheersching heb ik er zelfs in het minst niet op geduid. Ik word even als jij een echte Schot!

Ik heb je eigenlijk niet de heele waarheid bekend, Sandy, toen ik zei, dat ik niet had geweten dat ik zooveel van je hield. Ik geloof dat het al tot me doordrong toen de brand uitbrak. Toen jij daar onder dat brandende dak was en wij een half uur lang niet wisten of we je ooit levend weer zouden zien, voelde ik het duidelijk, en, o man, ik kan je niet zeggen, wat een vreeselijk half uur dat was! Het leek me toe, dat ik er mijn heele leven niet overheen had kunnen komen als je hadt moeten sterven en de beste vriend, die ik had ontmoet, met zoo'n afschuwelijke aaneenschakeling van misverstanden van me heen zou moeten gaan. O, het was een marteling! Ik kon het oogenblik niet afwachten, dat ik je weer mocht zien en alles uitspreken, wat ik vijf maanden lang in me had weggesloten. En dan weet je ook, dat je strikte order had gegeven om mij niet toe te laten, en dat wondde mij zoo vreeselijk! Hoe kon ik weten, dat je juist ook zoo vreeselijk naar mij verlangde en dat alleen die afschuwelijke Schotsche moraal je zoo liet handelen! Je bent een uitmuntend acteur, Sandy, maar beloof me dat je voortaan, zelfs bij het minste wolkje van een misverstand, niets in je zult wegsluiten, maar het vrij uit met me zult bespreken.

 

Toen ze gisteravond gelukkig vroeg weggingen (de kinderen moeten wat eerder heengaan omdat ze hier niet meer slapen) ging ik naar boven en schreef mijn brief aan Judy af en toen keek ik begeerig naar de telefoon en worstelde met mijn verlangen: ik had zoo graag 505 gevraagd en je goedennacht gewenscht! Maar ik durfde niet: ik ben nog altijd zoo bleu! En omdat ik toch dicht bij je wilde zijn, nam ik Burns op en las ik een uur lang. En met al die Schotsche liefdesliederen zingend in mijn hoofd, sliep ik in, en dadelijk bij mijn ontwaken, kom ik weer bij je.

Dag Robin, mijn Alles! Ik hou zoo veel van je!

Sallie.

Teised selle autori raamatud