Loe raamatut: «Een Juweel Voor Vorsten»

Font:
EEN JUWEEL VOOR VORSTEN
(EEN TROON VOOR ZUSTERS – BOEK 5)
MORGAN RICE
Morgan Rice

Morgan Rice is de #1 bestverkopende en USA Today bestverkopende auteur van de epische fantasy serie DE TOVENAARSRING, die bestaat uit zeventien boeken; van de #1 bestverkopende serie DE VAMPIERVERSLAGEN, die bestaat uit twaalf boeken; van de #1 bestverkopende serie DE SURVIVAL TRILOGIE, een post-apocalyptische actiethriller bestaande uit drie boeken; van de epische fantasy serie KONINGEN EN TOVENAARS, die bestaat uit zes boeken; van de nieuwe epische fantasy serie OVER KRONEN EN GLORIE, die bestaat uit acht boeken; van de nieuwe epische fantasy serie EEN TROON VOOR ZUSTERS, die bestaat uit acht boeken; van de nieuwe science fiction serie DE INVASIE KRONIEKEN, die bestaat uit vier boeken; van de fantasy serie OLIVER BLUE EN DE SCHOOL VOOR ZIENERS, die bestaat uit vier boeken; van de fantasy serie DE WEG VAN STAAL, die bestaat uit vier boeken; en van de nieuwe fantasy serie TIJDPERK VAN DE MAGIERS. Morgans boeken zijn beschikbaar als audioboeken en e-boeken, en vertalingen zijn beschikbaar in meer dan 25 talen.

Morgan hoort graag van je, dus breng gerust een bezoekje aan www.morganricebooks.com om je in te schrijven voor de nieuwsbrief, een gratis boek en gratis giveaways te ontvangen, de gratis app te downloaden, op de hoogte te blijven van het laatste nieuws, en via Facebook en Twitter in contact te blijven!

Geselecteerde bijvalsbetuigingen voor Morgan Rice

“Als je dacht dat er geen reden meer was om te leven na het einde van DE TOVENAARSRING serie, dan had je het mis. Met DE OPKOMST VAN DE DRAKEN komt Morgan Rice wederom met wat een briljante nieuwe serie belooft te zijn. We worden verzwolgen door een fantasie over trollen en draken, moed, eer, magie en geloof in je lotsbestemming. Morgan is er weer in geslaagd om sterke personages neer te zetten, voor wie we op elke pagina juichen… Aanbevolen voor de permanente bibliotheek van iedereen die houdt van een goed geschreven fantasy novel.”

--Books and Movie Reviews, Roberto Mattos

“Een fantasy vol actie, die ongetwijfeld fans van Morgan Rice’s voorgaande novels zal bekoren, evenals fans van werken zoals THE INHERITANCE CYCLE van Christopher Paolini… Fans van Young Adult fictie zullen dit meest recente werk van Rice verslinden en smeken om meer.”

--The Wanderer, A Literary Journal (over De Opkomst van de Draken)

“Een fantasy waarbij elementen van mysterie en intriges in de verhaallijn zijn verweven. Een Zoektocht van Helden draait om moed en om het besef dat een levensdoel leidt tot groei, volwassenheid, en excellentie… Voor degenen die op zoek zijn naar stevige fantasy avonturen bieden de protagonisten en de actie een krachtige verzamelingen ontmoetingen die zich richten op Thors evolutie van een dromerig kind naar een jonge volwassene, met onmogelijke overlevingskansen… Het begin van een veelbelovende epische tienerserie.”

--Midwest Book Review (D. Donovan, eBook Reviewer)

“DE TOVENAARSRING heeft alle ingrediënten voor direct succes: samenzweringen, intriges, mysterie, dappere ridders en opbloeiende relaties, compleet met gebroken harten, bedrog en verraad. Het zal je urenlang boeien, en is geschikt voor alle leeftijden. Aanbevolen voor de permanente collectie van alle liefhebbers van fantasy.”

--Books and Movie Reviews, Roberto Mattos

“In dit met actie gevulde eerste boek uit de epische Tovenaarsring serie (die nu 14 boeken bevat), stelt Rice de lezers voor aan de 14-jarige Thorgrin “Thor” McLeod, die ervan droomt om zich aan te sluiten bij de krijgsmacht van de Zilveren, de elite ridders die de koning dienen… Rice schrijft goed en de premisse is intrigerend.”

--Publishers Weekly
BOEKEN VAN MORGAN RICE

OLIVER BLUE EN DE SCHOOL VOOR ZIENERS

DE MAGISCHE FABRIEK (boek 1)

DE BOL VAN KANDRA (boek 2)

DE INVASIE KRONIEKEN

TRANSMISSIE (boek 1)

DE WEG VAN STAAL

ALLEEN DE WAARDIGE (boek 1)

ALLEEN DE DAPPERE (boek 2)

ALLEEN DE VOORBESTEMDE (boek 3)

EEN TROON VOOR ZUSTERS

EEN TROON VOOR ZUSTERS (boek 1)

EEN HOF VOOR DIEVEN (boek 2)

EEN LIED VOOR WEZEN (boek 3)

EEN REQUIEM VOOR PRINSEN (boek 4)

EEN JUWEEL VOOR VORSTEN (boek 5)

OVER KRONEN EN GLORIE

SLAAF, KRIJGER, KONINGIN (boek 1)

REBEL, GEVANGENE, PRINSES (boek 2)

RIDDER, ERFGENAAM, PRINS (boek 3)

OPSTANDELING, PION, KONING (boek 4)

SOLDAAT, BROEDER, TOVENAAR (boek 5)

HELD, VERRADER, DOCHTER (boek 6)

HEERSER, RIVAAL, BANNELING (boek 7)

OVERWINNAAR, VERLIEZER, ZOON (boek 8)

KONINGEN EN TOVENAARS

DE OPKOMST VAN DE DRAKEN (boek 1)

DE OPKOMST VAN DE HELDHAFTIGE (boek 2)

DE ZWAARTE VAN EER (boek 3)

EEN SMIDSVUUR VAN MOED (boek 4)

EEN RIJK VAN SCHADUWEN (boek 5)

NACHT VAN DE DAPPEREN (boek 6)

DE TOVENAARSRING

EEN ZOEKTOCHT VAN HELDEN (boek 1)

EEN MARS VAN KONINGEN (boek 2)

EEN LOT VAN DRAKEN (boek 3)

EEN SCHREEUW VAN EER (boek 4)

EEN GELOFTE VAN GLORIE (boek 5)

EEN AANVAL VAN MOED (boek 6)

EEN RITE VAN ZWAARDEN (boek 7)

EEN GIFT VAN WAPENS (boek 8)

EEN HEMEL VAN SPREUKEN (boek 9)

EEN ZEE VAN SCHILDEN (boek 10)

EEN BEWIND VAN STAAL (boek 11)

EEN LAND VAN VUUR (boek 12)

EEN HEERSCHAPPIJ VAN KONINGINNEN (boek 13)

EEN EED VAN BROEDERS (boek 14)

EEN DROOM VAN STERVELINGEN (boek 15)

EEN TOERNOOI VAN RIDDERS (boek 16)

DE GAVE VAN STRIJD (boek 17)

DE SURVIVAL TRILOGIE

ARENA ÉÉN: SLAVENDRIJVERS (boek 1)

ARENA TWEE (boek 2)

ARENA DRIE (boek 3)

VAMPIER, GEVALLEN

VOOR ZONSOPKOMST (boek 1)

DE VAMPIERVERSLAGEN

VERANDERD (boek 1)

GELIEFD (boek 2)

VERRADEN (boek 3)

VOORBESTEMD (boek 4)

BEGEERD (boek 5)

VERLOOFD (boek 6)

GEZWOREN (boek 7)

GEVONDEN (boek 8)

Wist je dat ik meerdere series heb geschreven? Als je ze nog niet allemaal hebt gelezen, klik dan op de onderstaande afbeelding om een serie starter te downloaden!
Wil jij ook gratis boeken?

Schrijf je in voor de e-mail lijst van Morgan Rice en ontvang 4 gratis boeken, 3 gratis kaarten, 1 gratis app, 1 gratis game, 1 gratis graphic novel, en exclusieve giveaways! Om je in te schrijven ga je naar:

www.morganricebooks.com


Copyright © 2018 door Morgan Rice. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de V.S. Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie worden gereproduceerd, gedistribueerd of overgedragen worden, in wat voor vorm dan ook, of worden opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder de voorafgaande toestemming van de auteur.

Dit ebook is uitsluitend voor jou persoonlijk bedoeld. Dit ebook mag niet doorverkocht worden of weggeven worden aan andere mensen. Als je dit boek met iemand anders wil delen, schaf dan alsjeblieft een extra exemplaar aan voor elke ontvanger. Als je dit boek leest en je hebt het niet aangeschaft, of het is niet voor jouw gebruik aangeschaft, geef het dan terug en schaf je eigen exemplaar aan. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur.

Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.

HOOFDSTUK EEN

Sophia staarde naar de jonge man die voor haar stond. Ondanks het feit dat ze hem allemaal vragen wilde stellen, twijfelde ze er geen seconde aan wie hij was. De aanraking van zijn geest leek veel te veel op hoe die van Kate voelde. En zoals hij daar in het zonlicht stond, was er geen twijfel mogelijk.

Hij was haar broer. Dat moest wel. Er was alleen één probleem…

“Hoe?” vroeg Sophia. “Hoe kun jij mijn broer zijn? Ik… ik herinner me geen broer. Ik weet niet eens hoe je heet.”

“Ik ben Lucas,” zei hij. Hij stapte lichtvoetig op de steiger, waar zij en Jan stonden te wachten. Hij bewoog zich met de soepelheid van een danser terwijl de houten planken meegaven onder zijn voeten. “En jij bent Sophia.”

Sophia knikte. Toen omhelsde ze hem. Het leek zo natuurlijk om dat te doen, zo vanzelfsprekend. Ze trok hem dicht tegen zich aan, alsof hij in het niets zou verdwijnen als ze hem losliet. Toch moest ze dat uiteindelijk wel doen, al was het maar zodat ze adem konden halen.

“Ik ben pas een tijdje geleden jouw naam te weten gekomen, en die van Kate,” zei hij. Tot Sophia’s verrassing wreef Sienne zich tegen zijn benen, alvorens ze weer naar haar terugliep. “Mijn mentors vertelden het me toen ik oud genoeg was. Toen ik je bericht kreeg, ben ik zo snel mogelijk gekomen. Ik kon een schip lenen van vrienden in de Zijdelanden.”

Het klonk alsof haar broer machtige vrienden had. Maar haar belangrijkste vraag was nog steeds niet beantwoord.

“Hoe kan ik een broer hebben?” vroeg ze. “Ik kan me jou niet herinneren. Ik heb je foto nergens gezien in Monthys.”

“Ik was… verborgen,” zei Lucas. “Onze ouders wisten hoe kwetsbaar hun vredesverdrag met de Weduwe was. Het zou nooit standgehouden hebben met een zoon. Daarom brachten ze het verhaal dat ik was gestorven naar buiten.”

Sophia voelde zichzelf licht wankelen. Toen voelde ze hand van Jan op haar arm. De aanraking van haar neef hield haar in balans.

“Gaat het?” vroeg hij. “Het kind…”

Je bent in verwachting? Weer voelde het anders dan wanneer een ander met de gave haar geest raakte. Het voelde vertrouwd. Het voelde goed, op de een of andere manier. Als thuis.

Dat ben ik, stuurde Sophia glimlachend terug. “Maar we kunnen nu beter hardop praten.”

Ze wist niet of Jan had geweten had haar broer dezelfde krachten had als zij, maar hij wist het nu. Het leek haar niet meer dan eerlijk om hem daarvoor te waarschuwen en hem een kans te geven om zijn gedachten te beschermen.

“En er zijn dingen die we moeten weten,” zei Jan. In tegenstelling tot Sophia klonk hij wel argwanend, misschien omdat hij die geestelijke aanraking niet had gevoeld. “Hoe weten we of je echt bent wie je zegt dat je bent?”

“Jij bent Jan Skyddar, de zoon van Lars Skyddar?” zei Lucas. “Mijn mentors hebben me alles over jou verteld. Maar ze waarschuwden me om geen contact met je op te nemen tot ik er klaar voor was. Ze zeiden dat het gevaarlijk zou zijn. Dat je me niet zou accepteren. Misschien hadden ze gelijk.”

“Hij is mijn broer, Jan,” zei Sophia. Ze stak de arm die Jan niet vasthad door die van Lucas. “Ik kan zijn krachten voelen en… nou, kíjk naar hem.”

“Maar er zijn geen gegevens over hem,” hield Jan vol. “Oli zou het wel gezegd hebben als er een Danse zóón was. Hij heeft het vaak genoeg over jou en Kate gehad.”

“Om mijn bestaan verborgen te houden moesten ze alle sporen uitwissen,” zei Lucas. “Ik denk dat ze daarom zeiden als ik als baby gestorven was. Ik kan het je niet kwalijk nemen als je me niet gelooft.”

Sophia nam het Jan wel een beetje kwalijk, al begreep ze het wel. Ze wilde dat het goed was. Ze wilde dat iedereen haar broer gewoon accepteerde.

“We nemen hem mee naar het kasteel,” zei Sophia. “Als iemand er iets vanaf weet, dan is het mijn oom wel.”

Jan leek daarmee akkoord te gaan en zo begonnen aan hun terugreis door Ishjemme, langs de door bomen omgeven houten huizen. Voor Sophia voelde het goed om Lucas bij zich te hebben, alsof een fragment uit haar leven waar ze niets van had geweten, op de een of andere manier was teruggekeerd.

“Hoe oud ben je?” vroeg Sophia.

“Zestien,” zei hij. Dat betekende dat hij de middelste was. Niet de oudste, maar wel de oudste jongen. Sophia kon wel inzien hoe veel gevaar dat had kunnen opleveren in het koninkrijk van de Weduwe. Maar Lucas’ vertrek had hén niet beschermd, toch?

“En je hebt al die tijd in de Zijdelanden gewoond?” vroeg Jan. Er zat een ondervragende toon in zijn stem.

“Klopt, maar ook op een aantal andere plekken op de eilanden,” antwoordde Lucas. Hij stuurde Sophia een beeld van een groot maar laag huis, de ruimtes verdeeld door zijden doeken in plaats van massieve muren. “Ik dacht dat het normaal was om opgevoed te worden door mentors. Was het voor jou ook zo?”

“Niet echt.” Sophia aarzelde even en stuurde een beeld van het Huis der Onbekenden. Ze zag Lucas, haar bróér, zijn kaken op elkaar klemmen.

“Ik vermoord ze,” beloofde hij. Misschien dat de intensiteit van zijn woorden Jan wel beviel, want haar neef knikte instemmend.

“Kate was je voor,” verzekerde Sophia hem. “Ik denk dat je haar wel mag.”

“Als ik het zo hoor kan ik maar beter hopen dat zij mij mag,” antwoordde hij.

Daar twijfelde Sophia niet aan. Lucas was hun broer en dat zou voor Kate net zo duidelijk zijn als voor haar. Het zag ernaar uit dat die twee het goed met elkaar zouden vinden. Ze waren geen tegenpolen, zoals Kate en Sophia zo vaak leken te zijn.

“Als je… dáár bent opgegroeid,” zei Lucas, “hoe ben je dan hier terecht gekomen, Sophia?”

“Dat is een lang en ingewikkeld verhaal,” verzekerde Sophia hem.

Haar broer haalde zijn schouders op. “Nou, het is nog een lange wandeling naar het kasteel en ik wil het graag weten. Ik heb het gevoel dat ik al te veel van je leven heb gemist.”

Sophia deed haar best en vertelde stukje bij beetje het verhaal over hun ontsnapping uit het Huis der Onbekenden, het infiltreren van het paleis, hoe ze verliefd werd op Sebastian, dat ze weg moest en weer gevangen was genomen…

“Het klinkt alsof je veel hebt meegemaakt,” zei Lucas. “En je hebt me nog niet eens verteld hoe dit je allemaal hierheen heeft gebracht.”

“Er was een kunstenares: Laurette van Klett.”

“Degene die jou heeft geschilderd, compleet met het teken van de onvrijen?” zei Lucas. Hij klonk alsof hij haar al in dezelfde categorie had geplaatst als de anderen die haar gekweld hadden, en dat wilde Sophia niet.

“Ze schildert wat ze ziet,” zei Sophia. Laurette was iemand voor wie ze geen woede voelde. “En ze zag de gelijkenis tussen mij en mijn moeder in een schilderij. Zonder haar zou ik nooit geweten hebben waar ik moest beginnen met zoeken.”

“Dan moeten we haar dankbaar zijn,” zei Jan. “Hoe zit het met jou, Lucas? Je had het over mentors. Waar hebben ze je les in gegeven? Wat moest je wórden?”

Weer kreeg Sophia het gevoel dat haar neef haar tegen haar broer wilde beschermen.

“Ze gaven me les in talen en politiek, vechtkunsten, en in elk geval de basis van het gebruiken van de talenten die we hebben,” legde Lucas uit.

“Ze hebben je geleerd hoe je een koning in de wacht moest zijn?” vroeg Jan.

Nu begon Sophia zijn bezorgdheid te begrijpen. Hij dacht dat Lucas hier was om haar opzij te zetten. Maar als ze eerlijk was dan vermoedde ze dat haar neef zich daar meer zorgen over maakte dan zij zelf. Het was niet zo dat ze erom had gevráágd om de erfgename van het koninkrijk van de Weduwe te zijn.

“Je denkt dat ik hier ben om de troon op te eisen?” vroeg Lucas. Hij schudde zijn hoofd. “Ze hebben me geleerd om een aristocraat te zijn, zo goed als ze konden. Ze hebben me ook geleerd dat er niets belangrijker is dan familie. Niets. Dat is waarom ik ben gekomen.”

Sophia kon zijn oprechtheid voelen, al kon Jan dat niet. Het was genoeg voor haar—meer dan genoeg. Het gaf haar een gevoel van… veiligheid. Zij en Kate hadden zo lang alleen maar elkaar gehad. Nu had ze al haar neven en nichten, haar oom… en een broer. Sophia had het gevoel dat haar wereld groter was geworden.

Haar leven zou helemaal compleet zijn als Sebastian er ook was geweest. Zijn afwezigheid voelde als een gapend gat dat niet gevuld kon worden.

“Dus,” zei Lucas. “De vader van je kind is de zoon van de vrouw die het bevel heeft gegeven voor de moord op onze ouders?”

“Jij denkt dat dat het allemaal te ingewikkeld maakt?” vroeg Sophia.

Lucas haalde nonchalant zijn schouders op. “Ingewikkeld, ja. Té ingewikkeld? Dat is aan jou om te bepalen. Waarom is hij hier niet?”

“Ik weet het niet,” gaf Sophia toe. “Ik wou dat hij er was.”

Eindelijk arriveerden ze bij het kasteel. Het nieuws van Lucas’ aankomst was voor hen uit gereisd, want alle neven en nichten stonden in de hal op hen te wachten. Zelfs Rika, wiens gezichtsverwonding—die ze had opgelopen bij het verdedigen van Sophia—bedekt was met een verband. Sophia liep als eerste naar haar toe en pakte haar handen vast.

“Ben je in orde?” vroeg ze.

“Ben jíj in orde?” vroeg Rika. “En de baby?”

“Alles is goed,” verzekerde Sophia haar. “Is Kate hier?”

Ulf schudde zijn hoofd. “Frig en ik hebben haar vandaag nog niet gezien.”

Hans kuchte. “We kunnen niet wachten. We moeten naar binnen. Vader wacht op ons.”

Hij klonk ernstig, maar toen herinnerde Sophia hoe het was geweest toen zij hier was aangekomen, en hoe voorzichtig mensen waren geweest met haar. In Ishjemme waren ze waakzaam als het ging om mensen die claimden familie te zijn. Terwijl ze daar stond te wachten tot de deuren opengingen, voelde Sophia zich bijna net zo nerveus als de eerste keer, toen zij degene was geweest die haar erfgoed kwam claimen.

Lars Skyddar stond voor de hertogelijke zetel op hen te wachten met een ernstige blik in zijn ogen, alsof hij klaar was om een ambassadeur te ontvangen. Sophia hield de hand van haar broer vast terwijl ze naar voren liepen, ondanks de verwarde frons die op het gezicht van haar oom verscheen.

“Oom,” zei Sophia, “dit is Lucas. Hij is degene die uit de Zijdelanden komt. Hij is mijn broer.”

“Ik zei haar al dat het niet mogelijk is,” zei Jan. “Dat—”

Haar oom stak een hand op. “Er was een jongen. Ik dacht… ze vertelden mij, zelfs míj, dat hij was gestorven.”

Lucas deed een stap naar voren. “Ik ben niet gestorven. Ik ben verborgen gehouden.”

“In de Zijdelanden?”

“Bij functionaris Ko,” zei Lucas.

Die naam leek voldoende te zijn voor Sophia’s oom. Hij deed een stap naar voren en gaf Lucas dezelfde verpletterende, allesomvattende omhelzing die hij Sophia had gegeven toen hij haar had herkend.

“Ik dacht dat ik niet meer gezegend kon worden dan toen ik mijn nichtjes terugkreeg,” zei hij. “Ik had niet gedacht dat ik ook nog een neefje zou terugkrijgen. Dit moeten we vieren!”

Het lag voor de hand dat er een feestmaal moest komen, maar er was natuurlijk geen tijd geweest om dat voor te bereiden. Dat betekende dat er vrijwel meteen bediendes alle kanten op renden om voorbereidingen te treffen. Het leek bijna of Sophia en Lucas het onbeweeglijke middelpunt waren, stil terwijl zelfs haar neefjes rondrenden.

Is het hier altijd zo chaotisch? vroeg Lucas terwijl een half dozijn bedienden langsrenden met borden.

Alleen wanneer er een nieuw familielid terugkeert, denk ik, stuurde Sophia terug. Ze stond daar en vroeg zich af of ze haar volgende vraag moest stellen.

“Wat het ook is, je kunt me alles vragen,” zei Lucas. “Er zijn vast veel dingen die je wilt weten.”

“Je zei eerder dat je bent grootgebracht door mentors,” zei Sophia. “Betekent dat… zijn mijn, ónze ouders niet in de Zijdelanden?”

Lucas schudde zijn hoofd. “Ik heb ze daar in elk geval niet gevonden. Ik ben al op zoek sinds ik oud genoeg was.”

“Jij bent ook naar ze op zoek? Je mentors wisten niet waar ze waren?” vroeg Sophia. Ze zuchtte. “Het spijt me. Ik klink vast alsof ik niet blij ben dat ik er een broer bij heb. Dat ben ik wel. Ik ben zo blij dat je hier bent.”

“Maar het zou perfect zijn als we allemaal bij elkaar waren?” raadde Lucas. “Ik begrijp het, Sophia. Ik heb er twee zussen bij, en neven en nichten… maar ook ik ben hebzuchtig genoeg om ouders te willen.”

“Ik geloof niet dat dat als hebzucht telt,” zei Sophia met een glimlach.

“Misschien, misschien niet. Functionaris Ko zei dat dingen zijn zoals ze zijn, dat pijn veroorzaakt wordt door een verlangen naar iets anders. Om eerlijk te zijn zei hij dat meestal als hij aan de wijn was terwijl hij met de beste oliën gemasseerd werd.”

“Weet je ook maar iets over onze ouders en waar ze heen zijn gegaan?” vroeg Sophia.

Lucas knikte. “Ik weet niet waar ze heen zijn gegaan,” zei hij. “Maar ik weet hoe ik ze kan vinden.”

HOOFDSTUK TWEE

Terwijl het verblindende licht begon te vervagen, deed Kate haar ogen open. Ze probeerde te bevatten waar ze was en wat er gebeurd was. Ze herinnerde zich dat ze zich een weg door een illusie van Siobhans fontein had gevochten. Ze had haar zwaard in de bal van energie geboord die haar aan de heks had verbonden. Ze had de link verbroken. Ze had gewonnen.

Nu lag ze in de buitenlucht op de grond. Haxa’s huisje en de grotten die erachter lagen waren nergens meer te zien. Het landschap hier leek nauwelijks op dat van Ishjemme, maar er hádden vlakke weilanden en bossen kunnen zijn. Kate hoopte maar dat ze in de buurt was. Zo niet, dan had de magie haar misschien naar een onbekende plek getransporteerd.

Ondanks het feit dat ze niet wist waar ze was, voelde Kate zich voor het eerst in een lange tijd vrij. Het was haar gelukt. Ze had het opgenomen tegen alles waar Siobhan en haar eigen onderbewustzijn haar mee geconfronteerd hadden en ze had de band met de heks verbroken. Dan kon het vast niet zo moeilijk zijn om haar weg terug te vinden naar het kasteel van Ishjemme.

Kate koos een willekeurige richting en ging op weg.

Ze liep in een gestaag tempo en probeerde te bedenken wat ze zou doen met haar pas verworven vrijheid. Ze zou natuurlijk Sophia beschermen. Dat sprak voor zich. Ze zou helpen om haar kleine neefje of nichtje op te voeden. Misschien kon ze Will laten komen, hoewel dat lastig zou worden door de oorlog. En ze zou hun ouders vinden. Ja, dat leek een goed plan. Sophia zou vanwege haar zwangerschap niet lang meer naar hen kunnen zoeken, maar Kate kon dat wel.

“Eerst moet ik erachter komen waar ik ben,” zei ze hardop. Ze keek om zich heen, maar ze zag nog steeds geen herkenningspunten. Ze zag echter wel een vrouw, die een eindje verderop op een veld aan het werk was. Ze was bezig met het verwijderen van onkruid. Misschien dat zij kon helpen.

“Hallo!” riep Kate.

De vrouw keek op. Ze was oud, haar gezicht gerimpeld door de vele seizoenen die ze blijkbaar op de velden had doorgebracht. Kate wist dat ze er waarschijnlijk uit moest zien als een of andere bandiet of dievegge, met alle wapens die ze bij zich droeg. Toch glimlachte de vrouw toen Kate haar benaderde. De mensen waren vriendelijk in Ishjemme.

“Hallo, lieverd,” zei de vrouw. “Wil je me je naam vertellen?”

“Ik ben Kate.” Omdat dat niet voldoende leek, én omdat ze het nu mócht zeggen, “Kate Danse, dochter van Alfred en Christina Danse.”

“Een goede naam,” zei de vrouw. “Wat brengt je hier?”

“Ik…weet het niet,” gaf Kate toe. “Ik ben een beetje verdwaald. Ik hoopte dat u me kon helpen de weg terug te vinden.”

“Natuurlijk,” zei de vrouw. “Ik voel me vereerd dat je je weg in mijn handen hebt gelegd. Dat is wat je doet, of niet?”

Het leek een vreemde manier om het te verwoorden, maar Kate wist niet waar ze was. Misschien was dit gewoon hoe de mensen hier spraken.

“Ja, ik denk het,” zei ze. “Ik probeer de weg naar Ishjemme te vinden.”

“Natuurlijk,” zei de vrouw. “Ik weet overal de weg naartoe. Maar ik vind wel dat de ene dienst de ander waard is.” Ze tilde haar hark op. “Ik heb niet veel kracht meer deze dagen. Wil je me jouw kracht lenen, Kate?”

Als dat was wat ze nodig had om terug naar huis te komen, dan zou Kate wel op tien velden werken. Het kon niet veel zwaarder zijn dan haar taken in het Huis der Onbekenden, of het plezierigere werk in de smidse van Thomas.

“Ja,” zei Kate, die haar armen strekte om de hark van haar over te nemen.

De vrouw lachte, deed een stap naar achteren en trok de mantel die ze droeg weg. Toen leek haar hele gedaante te veranderen. Ineens stond Siobhan voor haar. Nu begon ook het landschap te veranderen; het veranderde in iets dat ze veel te goed kende.

Ze zat nog steeds in de droomwereld van het ritueel.

Kate dook op haar af, wetend dat dit haar enige kans was om Siobhan te doden. Maar de vrouw van de fontein was sneller. Ze slingerde haar mantel in de lucht, die op de een of andere manier veranderde in een bubbel van ruwe macht. Kate zat gevangen.

“Dit kun je niet doen,” schreeuwde Kate. “Je hebt geen macht meer over mij!”

“Ik hád geen macht meer,” zei Siobhan. “Maar je hebt me zojuist je bestemming, je naam en je kracht gegeven. Hier, op deze plek, hebben die dingen betékenis.”

Kate beukte met haar vuist tegen de onzichtbare wand van de bubbel. Die gaf niet mee.

“Je wilt die bubbel niet verzwakken, lieve Kate,” zei Siobhan. “Je bent nu ver verwijderd van het zilveren pad.”

“Je kunt me niet meer dwingen om je leerling te zijn,” zei Kate. “Je kunt me niet meer dwingen om voor je te moorden.”

“Oh, dat ligt achter ons,” zei Siobhan. “Als ik had geweten dat je zoveel problemen zou veroorzaken, had ik je nooit tot mijn leerling gemaakt. Maar sommige dingen zijn niet te voorzien, zelfs niet door mij.”

“Als ik zo’n last ben, waarom laat je me dan niet gaan?” probeerde Kate. Terwijl ze het zei, wist ze dat het niet zo werkte. Trots zou Siobhan ertoe brengen om meer te doen.

“Jou laten gaan?” zei Siobhan. “Heb je enig idee wat je deed toen je een zwaard, gesmeed uit mijn eigen runen, in mijn fontein stak? Toen je onze band verbrak, zonder over de consequenties na te denken?”

“Je gaf me geen keus,” zei Kate. “Jij—”

“Jíj hebt het hart van mijn macht verwoest,” zei Siobhan. “Zoveel. In een fractie van een seconde. Ik had nauwelijks de kracht om dit in stand te houden. Maar ik heb kennis. Ik heb manieren om te overleven.”

Ze gebaarde en het landschap rondom de bubbel begon te glinsteren. Nú herkende Kate het interieur van Haxa’s huisje, waar runen en figuren in elk oppervlak waren gekerfd. De runenheks zat op een stoel, wakend over Kate’s bewegingsloze lichaam. Ze had haar schijnbaar vanuit de rituele ruimte in de grotten naar boven gedragen.

“Mijn fontein hield me in leven,” zei Siobhan. “Nu heb ik een lichaam nodig dat hetzelfde doet. En toevallig ligt er hier een lichaam dat niet bezet is.”

“Nee!” schreeuwde Kate. Ze sloeg weer met haar hand tegen de bubbel.

“Oh, maak je geen zorgen,” zei Siobhan. “Ik blijf niet lang. Slechts lang genoeg om je zus te vermoorden, denk ik.”

Kate voelde een ijzige rilling bij de gedachte. “Waarom? Waarom wil je Sophia dood hebben? Alleen om mij pijn te doen? Vermoord mij in plaats van haar. Alsjeblieft.”

Siobhan keek haar aan. “Je zou echt je leven voor haar geven, nietwaar? Je zou voor haar moorden. Je zou voor haar sterven. Maar geen van dat alles is nu nog genoeg.”

“Alsjeblieft, Siobhan, ik smeek het je!” riep Kate.

“Als je dit niet wilde, dan had je moeten doen wat ik van je vroeg,” zei Siobhan. “Met jouw hulp had ik het lot zo kunnen vormen dat mijn thuis voorgoed veilig zou zijn geweest. Dat ik nog macht had gehad. Maar jij hebt dat van me afgenomen en ik moet nu eenmaal overleven.”

Kate zag nog steeds niet in waarom dat betekende dat Sophia moest sterven.

“Leef dan in mijn lichaam,” zei ze. “Maar doe Sophia geen pijn. Je hebt geen reden om haar pijn doen.”

“Ik heb álle reden om haar pijn te doen,” zei Siobhan. “Denk je dat het genoeg is om je voor te doen als het jonge zusje van een machthebber? Denk je dat het genóég is om één keer te sterven? Jouw zus draagt een kind. Een kind dat zal regeren. Ik zal het vormen, nog voor het geboren is. Ik zal haar doden en het kind uit haar trekken. Ik zal het met me meenemen en het opvoeden. Ik zal alles worden dat ik moet zijn.”

“Nee,” zei Kate. Het afschuwelijke plan van de heks begon tot haar door te dringen. “Nee.”

Siobhan lachte, en er zat wreedheid in haar lach. “Ze zullen jouw lichaam doden als ik Sophia heb vermoord,” zei ze. “En jij zult hier achterblijven, tussen twee werelden in. Ik hoop dat je geniet van je vrijheid, leerling.”

Ze prevelde een paar woorden en leek ineens te vervagen. Maar het beeld van Haxa’s huisje vervaagde niet. Kate schreeuwde het uit toen ze haar eigen lichaam diep zag inademen.

“Haxa, nee, ik ben het niet!” riep ze. Ze probeerde dezelfde boodschap met haar geest te versturen. Er gebeurde niets.

Aan de andere kant van die dunne sluier gebeurde er echter genoeg. Siobhan zoog haar longen vol met lucht, deed haar ogen open en ging in Kate’s lichaam rechtop zitten.

“Rustig, Kate,” zei Haxa, die naast haar zat. “Je hebt veel doorstaan.”

Kate zag haar lichaam onwennig om zich heen voelen, alsof het probeerde te achterhalen waar het was. Voor Haxa moest het eruit hebben gezien alsof Kate nog gedesoriënteerd was van haar ervaring, maar Kate kon zien dat Siobhan haar ledematen uittestte om te zien waar ze toe in staat was.

Uiteindelijk stond ze voorzichtig op. Haar eerste stap was wankel, haar tweede zelfverzekerder. Ze trok Kate’s zwaard en maaide ermee door de lucht, alsof ze de balans van het wapen wilde testen. Haxa leek enigszins bezorgd toen ze dat zag, maar ging niet achteruit. Ze dacht waarschijnlijk dat Kate gewoon haar balans en coördinatie wilde terugvinden.

“Weet je waar je bent?” vroeg Haxa.

Siobhan staarde haar door Kate’s ogen aan. “Ja, dat weet ik.”

“En je weet wie ik ben?”

“Jij bent degene die zichzelf Haxa noemt, om haar eigen naam te verbergen. Jij bent de hoeder van de runen. Je was geen vijand van mij, tot je besloot mijn leerling te helpen.”

Vanuit haar onzichtbare gevangenis zag Kate een verafschuwde blik op Haxa’s gezicht verschijnen.

“Jij bent Kate niet.”

“Nee,” zei Siobhan, “dat ben ik niet.”

Toen kwam ze in beweging, met alle snelheid en kracht van Kate’s lichaam. Ze stak het zwaard in Haxa’s borst. Het wapen boorde zich door haar lichaam en kwam aan de andere kant naar buiten.

“Het probleem met namen,” zei Siobhan, “is dat je er alleen iets aan hebt als je lucht hebt om ze uit te spreken. Je had het niet tegen me op moeten nemen, runenheks.”

Ze liet Haxa vallen en keek toen op, alsof ze wist vanaf welk punt Kate toekeek.

“Ze is gestorven vanwege jou. Sophia zal sterven vanwege jou. Haar kind zal, net als dit koninkrijk, van mij worden vanwege jou. Ik wil dat je daarover nadenkt, Kate. Denk erover na wanneer de bubbel vervaagt en je angsten je komen achtervolgen.”

Ze maakte een handgebaar en het beeld vervaagde. Kate wierp zichzelf tegen het schild aan in een poging bij haar te komen en een manier te vinden om Siobhan tegen te houden.

Ze stopte toen alles om haar heen weer begon te veranderen. Nu Siobhan de illusie niet langer in stand hield, veranderde alles in een grijs, mistig landschap. In de verte zag ze een vage, zilverkleurige schittering. Dat zou een veilige weg kunnen zijn, maar het lag zo ver weg dat het er net zo goed niet had kunnen zijn.

Toen kwamen er gedaanten uit de mist tevoorschijn. Kate herkende de gezichten van de mensen die ze had vermoord: nonnen en soldaten, de trainingsmeester van heer Cranston, de mannen van de Meester van de Kraaien. Ze wist dat het slechts beelden waren, geen geesten. Maar dat veranderde niets aan de angst die ze voelde. Haar handen begonnen te trillen en het zwaard dat ze bij zich droeg leek compleet nutteloos.

Žanrid ja sildid

Vanusepiirang:
0+
Ilmumiskuupäev Litres'is:
02 september 2020
Objętość:
232 lk 5 illustratsiooni
ISBN:
9781094342948
Allalaadimise formaat:

Selle raamatuga loetakse