Misdaad in het Donker

Tekst
Loe katkendit
Märgi loetuks
Kuidas lugeda raamatut pärast ostmist
Šrift:Väiksem АаSuurem Aa

“En dat moet je allemaal klaar hebben voor de luchtshow op zaterdag?” vroeg Lacey, alsof het logischer zou zijn als het bevestigd werd.

“Vrijdag,” corrigeerde Suzy haar. “Dan is het openingsfeest.”

Lacey herinnerde zich dat Suzy het over Grumpy Greg de evenementenplanner had gehad, het openingsfeest, en dat haar vraag over wanneer dat zou plaatsvinden verloren was geraakt toen Suzy haar omhelsd had.

“Vrijdag…” herhaalde Lacey in gedachten. Ze volgde Suzy de kamer uit, de lift in.

De deuren schoven zachtjes achter hen dicht. Suzy keek Lacey verwachtingsvol aan. “Dus? Wat denk je ervan?”

De lift kwam in beweging en Lacey had het gevoel dat haar maag zich omdraaide.

“Je hebt een pareltje hier,” zei Lacey, die haar woorden zorgvuldig uitkoos. “Maar de doorlooptijd is krap. Dat weet je wel, toch?”

“Dat zei Grumpy Greg ook al,” antwoordde Suzy. Ze beet op haar onderlip en haar toon werd ernstiger. “Hij zei dat het vrijwel onmogelijk was om voor vrijdag een complete vuurwerkshow te organiseren.”

Lacey hield haar mond, hoewel ze eigenlijk wilde zeggen dat het verzamelen van een zooi vuurwerk aanzienlijk makkelijker was dat een bejaardenhuis van vierhonderd vierkante meter omtoveren in een Victoriaans jachthuis met antieke meubels. Als de evenementenplanner al dacht dat de doorlooptijd krap was, wat betekende dat dan voor haar?

De liftdeuren gingen met een ping open en ze liepen de ontvangstruimte in, met de linoleum vloer en de bewegwijzering en medische posters die aan de wanden hingen.

Lacey zag Suzy ernaar staren, alsof ze ze nu pas voor het eerst zag. Alsof het nu pas tot haar door begon te dringen hoeveel werk er nodig was om dit pand te verbouwen. Voor het eerst zag ze er een beetje overweldigd uit. Er verscheen een zorgelijke blik in haar ogen.

“Denk je dat ik te veel hooi op mijn vork heb genomen?” vroeg ze terwijl ze de foyer in liepen.

Lacey’s drang om niet teleur te stellen kwam omhoog.

“Ik ga niet tegen je liegen,” zei ze voorzichtig. “Er is veel werk nodig. Máár ik denk wel dat het mogelijk is. Ik heb behoorlijk wat spullen op voorraad die geschikt zouden zijn voor het thema. Maar er zijn een aantal grote dingen die prioriteit moeten krijgen voordat je kunt beginnen met inrichten.”

“Zoals wat?” vroeg Suzy, die een stuk papier pakte, verlangend om meer te horen van Lacey’s expertise.

“De vloeren,” begon Lacey terwijl ze door de ruimte liep. “Dit linoleum moet eruit. De wanden moeten worden ontdaan van dat afschuwelijke textuurbehang. Het artex plafond. Alleen al voor het herstellen van de open haard zal een heel team nodig zijn…”

“Dus het komt erop neer, alles eruit en van voor af aan beginnen?” onderbrak Suzy haar terwijl ze opkeek van haar aantekeningen.

“Daar komt het inderdaad op neer. En geen snelle oplossingen. In interieurs draait het allemaal om details. Je moet een fantasie creëren. Geen behang dat eruitziet als houten panelen. Als je voor panelen wil gaan, moet het echt hout zijn. Nep ziet er goedkoop uit. Dus dat is absoluut een prioriteit.”

Suzy ging verder met schrijven en knikte de hele tijd dat Lacey aan het woord was. “Weet jij een goede klusjesman?”

“Suzy, je hebt tien klusjesmannen nodig,” zei Lacey tegen haar. “Op zijn minst! En een heel voetbalteam aan decorateurs. Heb je hier eigenlijk wel het budget voor?”

Suzy keek op. “Ja. Zo ongeveer. Ik bedoel, ik kan niemand betalen tot het hotel geld in het laatje brengt, wat het misschien lastiger maakt om mensen te vinden die bereid zijn om het werk aan te nemen…”

Haar stem dwaalde af en ze wierp Lacey een hoopvolle, smekende blik toe.

Lacey had nu nog meer twijfels dan voorheen. Niet vooraf betaald worden zou riskant zijn, omdat ze de aanschaf van spullen zou moeten voorschieten. Dat zou tienduizenden ponden gaan kosten. En zo’n groot project met zo’n krappe doorlooptijd aannemen terwijl ze ook nog haar eigen zaak had was niet slim. Aan de andere kant had ze genoten van de tour en ze kon zich al inbeelden hoe het pand eruit zou zien als het vol stond met antieke stukken. Ze had het ook leuk gevonden om haar oude interieurontwerpers-vaardigheden uit het stof te halen en ze te combineren met haar nieuwe talenten voor antiekjagen. Suzy had haar een unieke kans aangeboden en de B&B zou ongetwijfeld snel winst gaan maken. Ja, het zou een enorm financieel risico zijn, en een enorme aanslag op haar tijd en energie. Maar wanneer zou Lacey weer zo’n kans krijgen?

Nog niet klaar om Suzy een definitief antwoord te geven zei Lacey, “Hou die gedachte even vast.”

Ze liep naar haar auto en haalde de kist met het flintlock geweer.

“Het geweer!” riep Suzy uit. Ze straalde toen ze het zag, net zo blij als toen Lacey haar het de vorige dag voor het eerst had laten zien. “Je hebt het meegenomen? Voor mij?”

“Yup,” zei Lacey tegen haar.

Ze zette de kist op de balie van de receptie en klikte de sluitingen open.

Suzy reikte in de kist en liet haar vingers liefdevol over de loop van het wapen glijden. “Mag ik het pakken?”

“Tuurlijk,” zei Lacey.

Suzy pakte het wapen uit de kist en ging in een schietpositie staan. Ze zag eruit als een professional, zo goed zelfs dat Lacey op het punt stond om haar te vragen of ze weleens gejaagd had. Maar voordat ze de kans kreeg gingen de automatische schuifdeuren achter hen open.

Lacey draaide zich om en zag een man in een donker pak naar binnen struinen. Hij werd gevolgd door een vrouw in een presidentieel uitziend, vuurrood mantelpak. Lacey herkende de vrouw van de gemeentelijke bijeenkomsten. Het was raadslid Muir, hun plaatselijke parlementariër.

Ook Suzy draaide zich met een ruk om, het wapen nog steeds in haar handen.

Toen de man in het pak het wapen zag, ging hij beschermend voor raadslid Muir staan.

“Suzy!” piepte Lacey. “Leg dat geweer neer!”

“Oh!” zei Suzy met rood aangelopen wangen.

“Het is maar een antiek geweer!” zei Lacey tegen de beveiliger, die nog steeds beschermend voor raadslid Muir stond.

Uiteindelijk liet hij haar, nog steeds een beetje twijfelend, los.

Het raadslid streek haar mantelpak glad en streek door haar haar. “Dank je, Benson,” zei ze stijfjes tegen de man die op het punt had gestaan om een kogel voor haar op te vangen. Ze leek vooral in verlegenheid gebracht.

“Sorry, Joanie,” zei Suzy. “Dat ik een geweer op je richtte.”

Joanie? dacht Lacey. Dat was een behoorlijk informele manier om de vrouw aan te spreken. Kenden de twee elkaar soms persoonlijk?

Raadslid Muir zei niets. Haar blik gleed naar Lacey. “Wie is dit?”

“Dit is mijn vriendin Lacey,” zei Suzy. “Ze gaat de B&B inrichten. Hoop ik.”

Lacey deed een stap naar voren en stak haar hand uit naar het raadslid. Ze had haar nog nooit van dichtbij gezien, alleen wanneer ze vanaf het podium in het gemeentehuis, of op de flyers die weleens door de brievenbus van haar winkel vielen. De vrouw was in de vijftig, ouder dan op haar pr-foto; de lijnen rond haar ogen verraadden haar leeftijd. Ze zag er vermoeid en gestrest uit en ze schudde Lacey niet de hand; ze had haar handen vol met een dikke envelop.

“Is dat mijn bedrijfsvergunning?” piepte Suzy opgewonden toen ze de envelop zag.

“Ja,” zei raadslid Muir haastig terwijl ze haar de envelop overhandigde. “Ik kwam alleen langs om het af te geven.”

“Joanie heeft dit allemaal zo snel voor me geregeld,” zei Suzy tegen Lacey. “Wat is het woord? Je hebt het gesneld?”

“Versneld,” verbeterde een van de mannen haar, waarop raadslid Muir hem een scherpe blik toewierp.

Lacey fronste. Het was behoorlijk ongebruikelijk voor een raadslid om zakelijke vergunningen persoonlijk af te leveren. Toen Lacey de aanvraag voor haar eigen bedrijfsvergunning had ingediend, had ze heel veel online formulieren moeten invullen en urenlang in groezelige gemeentegebouwen moeten wachten tot het nummer op haar ticket werd omgeroepen, alsof ze in de rij stond bij de slager. Ze vroeg zich af waarom Suzy een speciale behandeling kreeg. En waarom spraken ze elkaar al bij de voornaam aan?

“Kennen jullie elkaar soms ergens van?” vroeg Lacey, die benieuwd was naar hoe dit precies zat.

Suzy grinnikte. “Joan is mijn tante.”

“Ah,” zei Suzy.

Dat was logisch. Raadslid Muir had het proces om het bejaardenhuis om te zetten naar een B&B versneld omdat ze familie was van Suzy. Carol had gelijk gehad. Er was hier veel vriendjespolitiek in het spel.

“Ex-tante,” corrigeerde raadslid Muir op defensieve toon. “En geen bloedverwant. Suzy is het nichtje van mijn ex-man. En dat heeft overigens geen rol gespeeld in het besluit om de vergunning toe te kennen. Het is hoog tijd dat Wilfordshire een goede B&B krijgt. Het toerisme neemt elk jaar toe en onze huidige faciliteiten kunnen de vraag niet aan.”

Wat Lacey betreft was het duidelijk dat raadslid Muir probeerde om het gesprek af te leiden van de zichtbare voorkeursbehandeling die Suzy had gekregen. Maar dat was echt niet nodig. Het veranderde Lacey’s mening over Suzy niet; het was immers niet haar fout dat ze goede connecties had en wat Lacey betreft toonde het karakter dat ze haar connecties gebruikte in plaats van op haar lauweren te rusten. Als ze van iemand een slechte indruk kreeg, dan was het wel van raadslid Muir zelf; en niet omdat ze haar invloed gebruikte om het nichtje van haar ex-man een enorme gunst te bewijzen, maar omdat ze er zo vaag en ontwijkend over deed. Geen wonder dat de Carols van Wilfordshire zo fel tegen het oostelijke vernieuwingsproject waren!

Het in het rood geklede raadslid was nog steeds excuses aan het maken. “Er is genoeg vraag voor twee B&Bs van dit formaat, zeker als je alle extra bezoekers meetelt die we krijgen door de oude schietvereniging terug te lokken.”

Lacey was meteen geïnteresseerd. Ze dacht aan Xaviers briefje en zijn suggestie dat haar vader in de zomers naar Wilfordshire was gekomen om te jagen.

 

“De oude schietvereniging?” vroeg ze.

“Ja, die in Penrose Manor,” legde raadslid Muir uit. Ze gebaarde naar het westen, waar het landgoed aan de andere kant van de vallei lag.

“Er was daar ooit een bos, toch?” viel Suzy bij. “Ik hoorde dat Henry de Achtste de jachthut had laten bouwen zodat hij hier op wilde zwijnen kon jagen!”

“Dat klopt,” zei het raadslid met een zakelijk knikje. “Maar het bos werd uiteindelijk gekapt. Zoals met veel Engelse landgoederen gebeurde, ging de adel op vogels schieten toen geweren werden uitgevonden. Zo veranderde de sector in wat het nu is. Tegenwoordig fokken ze eenden, patrijzen en fazanten puur voor de jacht.”

“Hoe zit het dan met konijnen en duiven?” vroeg Lacey, denkend aan wat Xavier had geschreven.

“Die mogen het hele jaar door bejaagd worden,” bevestigde raadslid Muir. “De schietvereniging van Wilfordshire gaf buiten het jachtseizoen les aan amateurs. Zij oefenden op duiven en konijnen. Niet heel glamoureus, maar je moet ergens beginnen.”

Lacey liet de informatie even bezinken. Het kwam precies overeen met wat Xavier had geschreven, dus ze moest wel geloven dat haar vader echt in de zomers naar Wilfordshire was gekomen om bij Penrose Manor te schieten. En dan was er ook nog de foto van haar vader en Iris Archer, de voormalige eigenaresse. Dat maakte het nog waarschijnlijker.

Was dat de reden waarom het wapen zo vertrouwd had gevoeld? Omdat ze er ergens nog herinneringen aan had?

“Ik wist niet dat er een jachthut was bij Penrose Manor,” zei ze. “Tot wanneer zat de schietvereniging daar?”

“Tot ongeveer tien jaar geleden,” antwoordde raadslid Muir. Ze klonk vermoeid, alsof ze dit gesprek liever niet wilde voeren. “Ze zijn gestopt vanwege…” ze zweeg even, zichtbaar zoekend naar de meest diplomatieke manier om haar woorden te formuleren. “…Financieel wanbeleid.”

Lacey wist het niet zeker, maar het leek of het raadslid melancholisch was, alsof ze een soort persoonlijke connectie had gehad met de schietvereniging en de ondergang ervan. Lacey wilde verder vragen om erachter te komen of er nog meer aanwijzingen waren die naar haar vader konden leiden, maar het gesprek veranderde alweer van onderwerp met Suzy’s enthousiaste “Dus je ziet hoeveel potentie dit heeft en waarom je gewoon aan boord moet komen!”

Het raadslid knikte stijfjes. “Als je een kans krijgt om betrokken te zijn bij de oostelijke vernieuwing van Wilfordshire,” zei ze, “zou ik die zeker aangrijpen. De B&B is nog maar het begin. Burgemeester Fletcher heeft grote plannen met deze stad. Als je een goede reputatie weet op te bouwen, sta je bij toekomstige projecten bovenaan ieders contactenlijst.”

Lacey raakte steeds meer geïntrigeerd door het aanbod. Niet alleen vanwege de kans om naamsbekendheid te krijgen—en tegelijkertijd een mooie winst te maken—maar ook omdat ze zich steeds meer verbonden voelde met Wilfordshire en daarmee ook met haar vader. Ze vroeg zich af of haar vader ook de potentie van de stad had gezien toen hij hier was. Misschien was dat wel waarom hij hierheen was gekomen, omdat hij zakelijke kansen zag en daarin wilde investeren?

Of omdat hij weg wilde vluchten van zijn huwelijk en zijn gezin, en zich wilde vestigen op een plek die beter bij hem paste, dacht Lacey.

“Ik moet nu echt gaan,” zei raadslid Muir, die haar entourage wenkte. Ze sprongen onmiddellijk op. “Ik moet dingen regelen. De inwoners zijn woedend over het voorstel om de hoofdstraat autovrij te maken. Echt, als je ziet hoe ze reageren zou je denken dat ik een voorstel heb goedgekeurd om lava over de weg te gieten.” Ze wierp Suzy een kort, efficiënt knikje toe en vertrok.

Zodra ze weg was wendde Suzy, met de envelop met haar bedrijfsvergunning in haar handen, zich met een ongeduldige blik tot Lacey.

“Dus?” vroeg ze. “Wat zeg je ervan? Doe je mee?”

“Is het goed als ik er nog even over nadenk?”

“Tuurlijk.” Suzy grinnikte. “We gaan over een week open. Neem de tijd.”

*

Lacey deed de deur van de antiekwinkel open. Boudica en Chester kwamen op haar afgerend om haar te begroeten. Ze streek de honden over hun kop.

“Je bent terug,” zei Gina, die opkeek van het tuinmagazine waar ze door had zitten bladeren. “Hoe ging het met ons wonderkind?”

“Het was interessant,” zei Lacey. Ze liep naar Gina toe en ging naast haar op een kruk zitten. “Het is een geweldige plek met veel potentie. Het raadslid lijkt dat ook te vinden.”

Gina vouwde haar magazine dicht. “Raadslid?”

“Ja, raadslid Muir,” vertelde Lacey haar. “Ze is Suzy’s tante. Dit hele B&B-ding lijkt onderdeel te zijn van de plannen van burgemeester Fletcher, om oost Wilfordshire te vernieuwen. Niet dat dat Suzy’s schuld is, maar het lijkt er wel op dat ze behoorlijk wat hooi op haar vork heeft genomen. Wie weet hoe haar businessplan eruitziet. Misschien is het alleen goedgekeurd vanwege haar tante.”

Gina tikte op haar kin. “Hmm. Dus Carol was toch iets op het spoor.”

“Op een bepaalde manier wel.”

“Maar alle politieke zaken terzijde,” voegde Gina toe, die haar kruk draaide zodat ze recht tegenover Lacey zat. “Wat zou het voor jóú betekenen om erbij betrokken te raken?”

Lacey zweeg even. Ze had een gevoel van opwinding in haar buik. Als ze al haar knagende twijfels opzijzette, leek het echt een fantastische kans.

“Het zou betekenen dat ik verantwoordelijk ben voor het inrichten van een pand van vierhonderd vierkante meter. Dat is de hemel voor een antiekliefhebber.”

“En het geld?” vroeg Gina.

“Oh, het zou véél opleveren. We hebben het over duizenden ponden aan inventaris. Een hele eetzaal. Een foyer. Een bar. Zes slaapkamers en een bruidssuite. Het is een enorme onderneming. Daarbij komt nog de kans op meer werk in de toekomst doordat ik meer naamsbekendheid krijg, en het feit dat een B&B voor speciale gelegenheden zoals luchtshows een positief domino-effect heeft op de rest van de stad…”

Er verscheen een glimlach op Gina’s gezicht. “Het klinkt alsof je jezelf al overtuigd hebt.”

Lacey gaf een vrijblijvend knikje. “Misschien wel. Maar zou het niet gestoord zijn? Ik bedoel, ze wil het af hebben voor de luchtshow. Die is zaterdag al!”

“En sinds wanneer laat jij je afschrikken door hard werken?” vroeg Gina op brutale toon. Ze gebaarde naar de antiekwinkel. “Kijk naar alles wat je al bereikt hebt door hard te werken.”

Lacey was te bescheiden om het compliment te accepteren, maar ze was het eens met het achterliggende idee. Ze was een waaghals geworden. Als ze geen ontslag had genomen in New York City en niet op het eerste vliegtuig naar Engeland was gestapt, had ze nooit dit geweldige leven voor zichzelf kunnen opbouwen. Ze zou een miserabele gescheiden vrouw geweest zijn die nog steeds koffie moest halen voor Saskia alsof ze een stagiair was, in plaats van een assistente met veertien jaar ervaring. Dit project voor Suzy was iets waar Saskia een moord voor zou plegen. Dat alleen al was reden genoeg om het te doen.

“Ik denk dat je wel weet wat je moet doen,” zei Gina. Ze pakte de telefoon en legde hem voor Lacey neer. “Bel Suzy en zeg haar dat je het doet.”

Lacey staarde naar de telefoon en beet op haar lip. “Maar alle kosten dan?” zei ze. “Zoveel inventaris in zo’n korte tijd zal veel geld vergen. Veel meer dan ik normaal gesproken uitgeef aan voorraad.”

“Je krijgt er toch voor betaald?” zei Gina.

“Ja, maar pas nadat de B&B geld in het laatje brengt.”

“En dat is een gegeven, toch? Dus je gaat uiteindelijk sowieso winst maken.” Gina schoof de telefoon dichter naar Lacey toe. “Ik denk dat je alleen maar excuses voor jezelf aan het maken bent.”

Ze had gelijk, maar dat weerhield Lacey er niet van om er nog eentje te zoeken.

“En jij dan?” zei ze. “Zou je het erg vinden om een hele week in de winkel te staan? Ik zou geen tijd voor iets anders hebben.”

“Ik kan de winkel prima in mijn eentje runnen,” verzekerde Gina haar.

“En Chester? Hij zal bij jou moeten blijven als ik aan het werk ben. Suzy houdt niet van honden.”

“Ik kan Chester wel aan, denk je niet?”

Lacey keek van Gina naar de telefoon en weer terug. Toen, in één snelle beweging, griste de ze hoorn van de toonbank en toetste Suzy’s nummer in.

“Suzy?” zei ze op het moment dat er werd opgenomen. “Ik heb mijn besluit genomen. Ik doe mee.”

HOOFDSTUK VIER

“Oh, Percy, ze zijn geweldig!” riep Lacey door de telefoon. Voor haar stond een geopende doos met zilveren vorken die ze net had ontvangen van haar favoriete Mayfair antiekhandelaar. Ze zat in het kleine kantoortje van haar winkel, omgeven door archiefmappen vol checklists, schetsen, mood boards, detailtekeningen en een hele verzameling met koffie bevlekte mokken.

“Ze zijn allemaal gebundeld in complete sets,” legde Percy uit. “Salade, soep, vis, diner, dessert en oesters.”

Lacey glimlachte breed. “Ik weet niet of Suzy van plan is om oesters te serveren, maar als de Victorianen oestervorken op hun tafels hadden, dan kunnen we maar beter zorgen dat wij ze ook hebben.”

Ze hoorde Percy’s opa-achtige gegrinnik door de speaker. “Het klinkt heel opwindend,” zei hij. “Ik krijg niet vaak een bestelling voor alles dat je hebt dat Victoriaans is.”

“Ja, nou,” zei Lacey. “Ik denk ook niet dat je klanten vaak de opdracht krijgen om in een week tijd een bejaardenhuis om te toveren in een Victoriaanse B&B!”

“Zeg eens, slaap je wel?”

“Een goede vier uur per nacht,” grapte Lacey.

Ondanks hoe hard ze werkte, vond ze het hele project tot dusver heel leuk. Opwindend, zelfs. Het was als een mysterie dat alleen zij kon oplossen, met in de hoek een klok die doortikte.

“Werk jezelf niet de afgrond in,” zei de altijd lieve Percy.

Ze beëindigde het gesprek, greep een marker en zette een groot vinkje naast “bestek.” Ze was nu halverwege haar lijst. Ze had ongeveer honderd gunsten gevraagd, was naar Bristol en Bath gereden om een aantal uitzonderlijke stukken op te halen, en zelfs het land uit, naar Cardiff, alleen voor een schitterende stenen fontein die perfect zou staan in de foyer.

De foyer bleek van alle kamers nog het meest lastig om in te richten. De architectuur was praktisch een conservatorium. Lacey had zich laten inspireren door Victoriaanse constructies zoals het Alexandra Palace in Londen en de kassen in Kew Gardens. De decorateurs waren nu bij Suzy om het linoleum van de vloer te trekken, de ramen van die wachtkamer-luxaflex te ontdoen en het witte plastic kozijn te bedekken met dunne laagjes flexibel metaal, die zwart waren geverfd om op ijzer te lijken.

Tot dusver was het leuk werk geweest, ondanks het gebrek aan slaap en de lange autoritten. Maar het bedrag op haar bankrekening was wel een beetje zorgwekkend. Lacey had voor duizenden ponden aan meubilair ingekocht, allemaal perfect passend bij Suzy’s jachthuis-thema. En hoewel ze wist dat Suzy de rekening zou vereffenen zodra ze geld binnen begon te halen, was het nog steeds behoorlijk ongemakkelijk om die grote aanslag op haar spaargeld te zien. Zeker met het oog op de deal die ze met Ivan had besloten betreffende de hypotheek van Crag Cottage. Ze zou geen betalingen willen missen aan de lieve man die haar haar droomhuis had verkocht, maar als Suzy’s rekeningen niet voor eind juni werden betaald, was dat wel waar ze toe gedwongen zou worden.

Alleen al het geweer was £5,000 waard! Lacey was bijna in haar cappuccino gestikt toen ze erachter was gekomen hoeveel het waard was, zodat ze het bedrag aan Suzy’s rekening kon toevoegen. Ze had meteen Xavier een bericht gestuurd om hem te vertellen dat ze wat geld naar hem wilde overmaken. Maar hij had gereageerd met, het is een cadeau, waardoor ze zich alleen maar schuldig voelde om het feit dat ze het wapen meteen verkocht had. Maar niet heel schuldig. Want welke man stuurde nu zonder bijbedoelingen kostbare antiekstukken naar een vrouw? Lacey begon te accepteren dat Gina misschien gelijk had gehad over Xaviers intenties en besloot dat het beter was om zo min mogelijk contact met hem te hebben. Bovendien had ze nu een nieuwe aanwijzing in de zoektocht naar haar vader; de oude schietvereniging in Penrose Manor. Xavier was niet langer de enige link met haar vader.

Lacey hoorde Gina rommelen in de winkel. Tot dusver had de oudere vrouw haar veeleisende nieuwe schema aardig bij weten te houden. Haar veto betreffende zwaar tillen was tijdelijk opgeheven en hoewel Gina het niet erg vond, maakte Lacey zich wel zorgen om het feit dat ze een gepensioneerde zo hard moest laten werken.

 

Op dat moment hoorde Lacey de bel in de winkel rinkelen, gevolgd door het zachte, blije gepiep van Chester en Boudica. Lacey wist meteen dat dat betekende dat Tom er was. Ze stopte waar ze mee bezig was en haastte zich de winkel in.

Zowaar, haar beau was er. Hij gaf de honden net zijn speciale johannesbrood snack. Hij keek op toen hij haar hoorde en wierp haar een brede glimlach toe.

Het voelde alsof het eeuwen geleden was dat Lacey hem voor het laatst had gezien of gesproken. Hij had het te druk gehad met het maken van regenboog-cupcakes en zij had tot haar ellebogen in Victoriaanse antiquiteiten gestaan. Ze hadden niet eens een momentje gehad om elkaar berichtjes te sturen, laat staan allebei op dezelfde plek te zijn!

Lacey haastte zich naar hem toe en kuste hem op zijn lippen.

“Mijn liefste,” dweepte ze. “Het is zo lang geleden. Wat doe je hier?”

“Het is donderdag,” zei hij simpelweg. “Lunchdate-dag.”

Met hun drukke schema’s waren ze overeengekomen om hun dagelijkse elevenses op pauze te zetten en terug te schalen naar een enigszins beter haalbare wekelijkse lunch op donderdag. Maar dat plan was gemaakt voordat ze hun last-minute opdrachten hadden aangenomen en Lacey was er gewoon vanuit gegaan dat het hen beide niet meer zou lukken. De lange waslijst met Victoriaanse spullen die ze moest zoeken had het uit haar gedachten verdrongen.

“Ben je het vergeten?” vroeg Tom.

“Ik zou niet willen zeggen dat ik het vergeten ben,” zei Lacey. “Het is alleen dat we het allebei zo druk hebben…”

“Oh,” zei Tom. De teleurstelling in zijn stem was hoorbaar. “Je moet afzeggen.”

Lacey voelde zich afschuwelijk. Het was niet eens tot haar doorgedrongen dat ze iets had om af te zeggen. Maar ze had niet moeten aannemen dat Tom hun plannen van de baan had geschoven. Blijkbaar was zij de enige die harteloos genoeg was om dat te doen.

“Het spijt me echt,” zei Lacey, die zijn hand pakte en er een speelse ruk aan gaf. Je weet dat we morgen het grote openingsfeest voor de Lodge hebben. Ik moet de komende vierentwintig uur aan één stuk door werken om alles af te krijgen. Ik heb waarschijnlijk niet eens tijd om te slapen vannacht, dus ik kan niet echt een uur voor de lunch uittrekken.” Ze beet op haar lip, overspoeld door schuldgevoelens.

Tom wendde zijn blik af. Het was duidelijk dat ze hem gekwetst had.

“Het is één lunch,” beloofde Lacey hem. “Dit is de laatste hindernis voor me. Na het feest morgenavond kan ik weer terug naar mijn normale leven. En dan ben jij ook klaar met het cupcake bonanza, of hoe het ook heet…”

“…Extravaganza,” mompelde Tom.

“Ja, dat.” Lacey zwaaide zijn handen heen en weer en probeerde luchtig te klinken. “Dan wordt alles weer normaal voor ons. Oké?”

Uiteindelijk knikte Tom. Ze had hem nog niet eerder zo neerslachtig gezien. Op een bepaalde manier was het hartverwarmend, zeker gezien hoe druk zij zich had gemaakt om Lucia. Blijkbaar was slaapgebrek een uitstekend middel tegen jaloezie.

“Hee, weet je wat? Je moet naar het feest komen,” zei Lacey. Ze voelde zich schuldig dat ze er niet eerder aan had gedacht om hem uit te nodigen. Het zou immers een grote opening zijn, met vuurwerk en eten en gedistingeerde gasten.

“Ik?” vroeg Tom. “Ik denk niet dat een banketbakker past tussen de clientèle van de Lodge.”

“Onzin,” zei Lacey. “Trouwens, ik heb je nog nooit in een pak gezien en ik durf te wedden dat het je geweldig staat.”

Ze zag een ondeugende glinstering in Toms ogen verschijnen, een glinstering die haar herinnerde aan de Tom die ze kende en waar ze van hield, in plaats van deze sombere, humeurige versie van hem.

“Nou, zolang Suzy het niet erg vindt,” zei hij. “Maar ik kan het niet laat maken. Luce en ik moeten morgen om zes uur ’s ochtends beginnen met bakken.”

“Luce?” herhaalde Lacey. Toen drong het tot haar door dat hij Lucia bedoelde.

Hij had een koosnaampje voor haar? Eentje die merkwaardig leek op hoe Lacey hem had gevraagd haar niet te noemen, omdat haar ex-man haar zo genoemd had: Lace.

Ineens kwam Laceys ongemakkelijke gevoel over de jonge vrouw met volle hevigheid terug. Tot zover haar theorie dat ze te moe was om jaloers te zijn.

“Hee, dat is een idee. Ik kan Luce vandaag mee uit lunchen nemen!” zei Tom, zich schijnbaar niet bewust van de enigszins ongelovige toon die Lacey niet had kunnen verbergen. “Als een bedankje voor al haar harde werk, weet je. We hebben praktisch aan één stuk doorgewerkt sinds ik haar heb aangenomen en ik moest haar echt in het diepe gooien. Het was een behoorlijk steile leercurve en ze heeft grote sprongen gemaakt. Ze is echt een wonderbaarlijke jonge vrouw.”

Lacey voelde hoe haar handen zich tot vuisten balden terwijl ze Tom hoorde dwepen over de vrouw die hij zojuist had besloten mee uit lunchen te nemen in plaats van haar. Er wervelden allemaal emoties in haar buik rond. Teleurstelling, natuurlijk, omdat ze nu geen tijd met haar favoriete persoon kon doorbrengen. En jaloezie, omdat iemand anders nu zijn aandacht zou krijgen. Maar het ging dieper dan dat. Ze was niet alleen jaloers omdat iemand anders Toms aandacht kreeg, maar omdat het een andere vrouw was. Een “wonderbaarlijke jonge vrouw” nog wel, met haar rimpelvrije huid, eeuwig optimistische persoonlijkheid en glanzend witte, perfecte rechte tanden. Bovenop die jaloezie kwam de schaamte—want wat zouden de plaatselijke inwoners wel niet denken? Als ze Tom zagen lunchen met een mooie jonge vrouw, hoe lang zou het dan duren voordat de geruchtenmolen op gang kwam? Taryn zou het in elk geval geweldig vinden!

“Wie let er dan op de patisserie?” vroeg Lacey, die zich wanhopig vastklampte aan elk excuus om het te voorkomen. “Als jij en Luce allebei gaan lunchen… samen.”

“Paul, natuurlijk,” antwoordde Tom, terwijl er een verwarde frons op zijn voorhoofd verscheen.

Eventjes vroeg Lacey zich af of die frons een teken was dat de altijd onbewuste Tom daadwerkelijk iets door had.

“Hoewel hij vandaag bijzonder onhandig was,” vervolgde Tom. “Hij haalde de garde en de spatel door elkaar. Er zit echt iets niet helemaal goed in het hoofd van die jongen.”

Dus zijn frons was vanwege Pauls gebrek aan gezond verstand, niet vanwege hun relatie. Natuurlijk niet. Tom kennende had hij waarschijnlijk geen idee dat Lacey jaloers was op Lucia, noch een vermoeden betreffende waarom ze dat zou kunnen zijn. Maar Lacey werd er gestoord van dat dergelijke gedachten niet bij Tom opkwamen, want zij kwam over als een krankzinnige wanneer ze hem erop wees.

“Dan is het waarschijnlijk geen idee om hem de leiding te geven, of wel?” zei Lacey. “Ik bedoel, dat is de reden dat je Lucia hebt aangenomen, toch? Om ervoor te zorgen dat iemand anders dan Paul de winkel kan runnen.”

Tom krabde nadenkend op zijn hoofd. “Ja, waarschijnlijk heb je gelijk.”

Even voelde Lacey een golf van opluchting.

“Maar Luce verdiend iets leuks. En ik weet zeker dat Paul de tent niet zal af laten fikken in een uurtje!”

Hij lachte vrolijk, alsof de zaak daarmee af was.

Lacey liet haar schouders hangen. Maar ze kon het zich vandaag niet veroorloven om zich er druk over te maken. Ze wilde niet paranoïde en behoeftig overkomen, zeker niet nu ze zeker een paar dagen geen tijd zouden hebben om goed te praten. Ze kon dit beter laten gaan en het later ter sprake brengen, als ze meer energie had.

“Nou, geniet van je lunch,” zei Lacey terwijl ze hem op zijn wang kuste. “Ik zal door het raam naar je zwaaien als ik de kans krijg.”

Tom grinnikte. Hij nam haar in zijn armen en gaf haar een lange, intense kus. Lacey accepteerde het, wetend dat ze het hier de komende tijd mee moest doen.

Ze keek Tom na terwijl hij door de glazen deuren naar buiten liep. Op dat moment arriveerde de enorme bestelbus met antiquiteiten voor haar winkel. Het was een groot voertuig, maar gezien de hoeveelheid aan spullen die van haar winkel naar de B&B moesten worden gereden, wist Lacey zeker dat ze twee of drie keer moesten rijden. Het zou een lange, vermoeiende dag worden.

Terwijl de verhuizers uit de bus klommen en richting haar winkel liepen, voelde Lacey haar mobieltje trillen. Ze haalde het ding uit haar zag en zag Suzy’s naam oplichten.

Olete lõpetanud tasuta lõigu lugemise. Kas soovite edasi lugeda?

Teised selle autori raamatud