Moord in het landhuis

Tekst
Loe katkendit
Märgi loetuks
Kuidas lugeda raamatut pärast ostmist
Šrift:Väiksem АаSuurem Aa

HOOFDSTUK ZES

Met een bezem in haar handen veegde Lacey de vloerplanken van de winkel waar ze nu de trotse huurder van was, en haar hart leek wel uit elkaar te barsten.

Ze had zich nog nooit eerder zo gevoeld. Alsof ze haar hele leven onder controle had, haar hele lot, alsof de toekomst voor haar voor het oprapen lag. Haar gedachten gingen alle kanten op en er vormden zich al een paar behoorlijk grote plannen. Ze wilde van de grote achterkamer een veilingkamer maken, ter ere van de droom die haar vader nooit had waargemaakt. Toen ze voor Saskia werkte was ze naar tig veilingen geweest, weliswaar aan de aankoopkant in plaats van de verkopende, maar ze was ervan overtuigd dat ze zou kunnen leren wat ervoor nodig was. Ze had ook nog nooit een winkel gerund, maar hier stond ze dan. En bovendien, alles wat de moeite waard is vereist inspanning.

Op dat moment zag ze een gestalte die langs de winkel was gelopen abrupt stilstaan en door de ramen naar haar kijken. Ze keek op van het vegen, in de hoop dat het Tom zou zijn, maar ze besefte dat de gestalte die stokstijf voor haar stond een vrouw was. En niet zomaar een willekeurige vrouw, maar een vrouw die Lacey herkende. Mager als een lat, zwarte jurk en datzelfde lange, donkere, golvende haar als Lacey. Het was haar boosaardige tweeling, de winkelbediende van hiernaast.

De vrouw stormde door de open voordeur de winkel binnen. ‘Wat doe jij hier?’ blafte ze.

Lacey zette de bezem tegen de toonbank aan en stak vol vertrouwen haar hand naar de vrouw uit. ‘Ik ben Lacey Doyle. Je nieuwe buurvrouw.’

De vrouw staarde vol walging naar haar hand, alsof die met ziektekiemen bedekt was. ‘Wat?’

‘Ik ben je nieuwe buurvrouw,’ herhaalde Lacey op dezelfde zelfverzekerde toon. ‘Ik heb net een huurcontract voor deze ruimte getekend.’

De vrouw zag eruit alsof ze net een klap in haar gezicht had gekregen. ‘Maar...’ mompelde ze.

‘Ben je de eigenares van de boetiek of werk je daar gewoon?’ vroeg Lacey, in een poging de verbijsterde vrouw weer bij haar positieven te krijgen.

De vrouw knikte alsof ze gehypnotiseerd was. ‘De boetiek is van mij. Ik heet Taryn. Taryn Maguire.’ Toen schudde ze plotseling haar hoofd, alsof ze haar verrassing overwonnen had, en ze forceerde een vriendelijke glimlach op haar gezicht. ‘Nou, wat heerlijk om een nieuwe buurvrouw te hebben. Het is een geweldige ruimte, hè? Ik weet zeker dat het gebrek aan licht ook in je voordeel zal werken, het verbergt de armoedigheid.’

Lacey weerhield zichzelf ervan om haar wenkbrauw op te trekken. Doordat ze jarenlang met de passieve agressiviteit van haar moeder had moeten omgaan, had Lacey geleerd om dat niet te doen.

Taryn lachte hard, alsof ze het dubbelzinnige compliment wilde smoren. ‘Vertel eens, hoe heb je eigenlijk een huurcontract voor deze plek gekregen? Het laatste wat ik heb gehoord is dat Stephen het ging verkopen.’

Lacey haalde alleen haar schouders op. ‘Dat was ook zo. Maar de plannen zijn gewijzigd.’

Taryn zag eruit alsof ze aan een citroen had gezogen. Haar blik schoot de hele winkel rond, de opgetrokken neus waar Lacey vandaag al mee te maken had gehad leek nog verder naar de hemel te reiken, terwijl Taryns walging steeds duidelijker werd.

‘En je gaat antiek verkopen?’ voegde ze eraan toe.

‘Dat klopt. Mijn vader zat in het vak toen ik een kind was, dus ter ere van hem volg ik hem in zijn voetsporen.’

‘Antiek,’ herhaalde Taryn. Het was duidelijk dat de gedachte aan een antiekwinkel naast haar chique boetiek haar niet beviel. Ze fixeerde haar blik als een havik op Lacey. ‘En dat is toegestaan? De oceaan over vliegen en een winkel beginnen?’

‘Met het juiste visum wel ja,’ verklaarde Lacey koel.

‘Dat is... interessant,’ antwoordde Taryn, die duidelijk haar woorden zorgvuldig koos. ‘Ik bedoel, als een buitenlander in dit land een baan wil, dan moet het bedrijf bewijzen dat er niemand van Britse komaf is om de functie te vervullen. Ik ben gewoon verrast dat dezelfde regels niet op het runnen van een eigen bedrijf van toepassing zijn...’ De minachting in haar toon werd steeds duidelijker. ‘En Stephen heeft het net aan jou verhuurd, een vreemde, zomaar? Nadat de winkel pas twee dagen geleden leeg kwam te staan?’ De beleefdheid waar ze zichzelf eerder toe had gedwongen leek snel te vervagen.

Lacey besloot om het niet te laten oplopen.

‘Het was echt een mazzeltje. Stephen was toevallig in de winkel toen ik kwam rondsnuffelen. Hij was er kapot van dat de vorige huurder het in de steek had gelaten en hem met heel veel rekeningen had achtergelaten, en ik denk dat alles precies op zijn plek viel. Ik help hem, hij helpt mij. Dat moet het lot zijn.’

Lacey zag dat het gezicht van Taryn rood was geworden.

‘Het lót?’ schreeuwde ze, en de passieve agressiviteit veranderde meteen in agressie. ‘Het lót? Ik heb al maanden een deal met Stephen dat hij als de winkel beschikbaar zou zijn het pand aan mij zou verkopen! Ik was van plan om mijn winkel uit te breiden door de zijne over te nemen!’

Lacey haalde haar schouders op. ‘Nou, ik heb het niet gekocht. Ik huur het. Ik weet zeker dat hij dat plan nog steeds in gedachten heeft, om het aan jou te verkopen wanneer de tijd daar is. De tijd is nu gewoon nog niet daar.’

‘Dit is niet te geloven!’ jammerde Taryn. ‘Je komt hier binnenwaaien en zet hem onder druk voor een huurovereenkomst? En hij ondertekent het binnen een paar dagen? Heb je hem bedreigd? Heb je voodoo op hem uitgeoefend?’

Lacey hield voet bij stuk. ‘Je zult het aan hem moeten vragen waarom hij heeft besloten om het aan mij te verhuren in plaats van het aan jou te verkopen,’ zei ze, maar in gedachten voegde ze eraan toe: misschien omdat ik een aardig persoon ben?

‘Je hebt mijn winkel gestolen,’ besloot Taryn.

Toen stormde ze weg en sloeg de deur achter zich dicht. Haar lange, donkere haar zwaaide achter haar aan terwijl ze ervandoor ging.

Lacey besefte dat haar nieuwe leven niet zo idyllisch zou zijn als ze had gehoopt. En dat haar grap over dat Taryn haar boosaardige tweeling was in feite was uitgekomen. Nou, daar kon ze maar één ding aan doen.

Lacey sloot de voorkant van de winkel af, walste doelbewust de weg af naar de kapper en beende toen regelrecht naar binnen. De kapster, een roodharige, zat werkeloos door een tijdschrift te bladeren in een duidelijk rustige periode tussen klanten.

‘Kan ik u helpen?’ vroeg ze, en ze keek Lacey aan.

‘Het is tijd,’ zei Lacey vastberaden. ‘Tijd om voor kort haar te gaan.’

Dat was ook een droom waarvoor ze nooit moedig genoeg was geweest om hem te vervullen. David had van haar lange haar gehouden. Maar ze wilde echt geen seconde langer op haar boosaardige tweeling lijken. De tijd was gekomen. Tijd om de schaar erin te zetten. Tijd om alles wat de oude Lacey was geweest van zich af te werpen. Dit was haar nieuwe leven en ze zou haar eigen nieuwe regels volgen.

‘Weet je zeker dat je het kort wilt hebben?’ vroeg de vrouw. ‘Ik bedoel, je lijkt vastberaden, maar ik moet het vragen. Ik wil niet dat je er spijt van krijgt.’

‘O, ik weet het zeker,’ zei Lacey. ‘Als ik dit eenmaal heb gedaan, dan heb ik drie van mijn dromen in evenzoveel dagen uit laten komen.’

De vrouw grijnsde en greep haar schaar. ‘Goed dan. Driemaal is scheepsrecht!’

HOOFDSTUK ZEVEN

‘Zo,’ zei Ivan, terwijl hij uit het aanrechtkastje kroop. ‘Die lekkende pijp zou geen problemen meer moeten geven.’

Hij ging kreunend rechtop staan en trok verlegen aan de zoom van zijn verfrommelde grijze shirt, die over zijn spierwitte bolle buik omhoog was gekomen. Lacey deed beleefd alsof ze het niet had opgemerkt.

‘Bedankt voor de snelle reparatie,’ zei Lacey. Ze was dankbaar dat hij een attente huisbaas was die alle problemen die zich met het huis voordeden – en dat waren er al veel geweest – op zo’n snelle manier oploste. Maar ze begon zich ook schuldig te voelen over het aantal keren dat ze hem naar Crag Cottage had laten komen. De wandeling de kliffen op was niet bepaald een fluitje van een cent en hij was niet echt een jonge kerel meer.

‘Wil je nog iets te drinken?’ vroeg Lacey. ‘Thee? Bier?’

Ze wist al dat het antwoord nee zou zijn. Ivan was verlegen en wekte de indruk dat hij zichzelf als een last zag. Ze vroeg het toch altijd.

Hij grinnikte. ‘Nee, nee, het is goed, Lacey. Ik moet vanavond mijn bedrijfsadministratie doen. Geen rust voor de goddelozen, zoals ze zeggen.’

‘Vertel mij wat,’ antwoordde ze. ‘Ik was vanmorgen om vijf uur in de winkel en was pas om acht uur vanavond weer thuis.’

Ivan fronste. ‘De winkel?’

‘O,’ zei Lacey verrast. ‘Ik dacht dat ik het al aan je had verteld toen je de goten aan het schoonmaken was. Ik open een antiekwinkel in de stad. Ik huur het leegstaande perceel van Stephen en Martha, het pand dat eerst een huis- en tuinwinkel was.’

Ivan keek verbluft. ‘Ik dacht dat je hier alleen op vakantie was!’

‘Dat was ik ook. Maar toen heb ik besloten om te blijven. Natuurlijk niet precies in dit huis. Ik zal iets anders gaan zoeken zodra je het weer nodig hebt.’

‘Nee, ik vind het geweldig,’ zei Ivan, volkomen verheugd. ‘Als je hier gelukkig bent, dan ben ik blij dat je er bent. Je vind het toch niet vervelend als ik de boel om je heen opknap, hè?’

‘Ik vind het juist leuk,’ antwoordde Lacey met een glimlach. ‘Anders voel ik me een beetje eenzaam.’

Dat was het moeilijkste deel geweest van New York verlaten. Niet de stad, het appartement of de bekende straten, maar de mensen die ze had achtergelaten.

 

‘Ik zou waarschijnlijk een hond moeten nemen,’ voegde ze er lachend aan toe.

‘Je hebt je buurvrouw nog niet ontmoet, neem ik aan?’ zei Ivan. ‘Prachtige dame. Excentriek. Ze heeft een hond, een collie om de schapen bijeen te drijven.’

‘Ik heb de schapen wel ontmoet,’ vertelde Lacey hem. ‘Ze blijven de tuin in komen.’

‘Ah,’ zei Ivan. ‘Er zal wel een opening in de afrastering zitten. Ik zal ernaar kijken. Maar goed, de buurvrouw is altijd in voor een kopje thee. Of een biertje.’ Hij knipoogde op een vaderlijke manier die haar aan haar eigen vader deed denken.

‘Echt waar? Zou ze het niet erg vinden als er een of andere Amerikaanse aan haar deur komt?’

‘Gina? Helemaal niet. Ze zal het geweldig vinden! Ga eens bij haar langs. Ik beloof je dat je er geen spijt van zult krijgen.’

Hij ging weg en Lacey deed precies wat hij had voorgesteld: ze ging op weg naar het huis van de buurvrouw. Hoewel ‘buurvrouw’ nogal een losse omschrijving was. De cottage was een wandelingetje van minstens vijf minuten over de kliffen.

Ze bereikte de cottage, een gelijkvloerse versie van die van haar, en klopte op de deur. Aan de andere kant hoorde ze onmiddellijk consternatie, van een hond die rondscharrelde en een vrouwenstem die zei dat hij moest kalmeren. Toen ging de deur enkele centimeters open. Een vrouw met lang krullend grijs haar en uitzonderlijk kinderlijke kenmerken voor een zestiger tuurde naar buiten. Ze droeg een zalmkleurig wollen vest over een bloemetjesrok die tot op de grond kwam. Er was een snuit van een zwart-witte bordercollie te zien die probeerde om zich langs haar heen te dringen.

‘Boudicca,’ zei de vrouw tegen de hond. ‘Haal je snufferd weg.’

‘Boudicca?’ vroeg Lacey. ‘Dat is een interessante naam voor een hond.’

‘Ik heb haar naar de wraakzuchtige heidense krijgerskoningin vernoemd die op oorlogspad tegen de Romeinen ging en Londen tot de grond platbrandde. Nou, wat kan ik voor je doen, schat?’

Lacey kreeg meteen een warm gevoel bij de vrouw. ‘Ik ben Lacey. Ik woon hiernaast en dacht dat ik me maar eens moest komen voorstellen nu mijn verblijf min of meer permanent is geworden.’

‘Hiernaast? Crag Cottage?’

‘Dat klopt.’

De vrouw straalde. Ze gooide de deur wijd open en spreidde tegelijkertijd haar armen. ‘O!’ riep ze verrukt uit, en ze gaf Lacey een knuffel. Boudicca de hond werd gek, ze sprong op en blafte. ‘Ik ben Georgina Vickers. George voor mijn familie, Gina voor mijn vrienden.’

‘En voor je buren?’ grapte Lacey toen ze eindelijk uit de verpletterende knuffel van de vrouw bevrijd was.

‘Doe maar Gina.’ De vrouw greep haar hand en trok haar mee. ‘Nou, kom binnen! Kom binnen! Kom binnen! Ik zal de ketel opzetten.’

Lacey had geen andere keuze dan het huisje binnen te worden gesleept. En hoewel ze het toen niet besefte, zou ‘ik zal de ketel opzetten’ een zin worden die ze nog heel vaak zou horen.

‘Niet te geloven hè, Boo?’ zei de vrouw, terwijl ze door de gang met laag plafond liep. ‘Eindelijk een buurvrouw!’

Lacey liep achter haar aan en ze kwamen uit in een keuken. Die was ongeveer half zo groot als die van haar, met een donkerrode tegelvloer en een groot keukeneiland in het midden dat het overgrote deel van de ruimte in beslag nam. Aan de kant met de gootsteen gaf een groot raam uitzicht op een grasveld vol bloemen, met daarachter de beukende golven van de zee.

‘Doe je aan tuinieren?’ vroeg Lacey.

‘Ja, dat is mijn lust en leven. Ik kweek allerlei bloemen en kruiden, tegen kwaaltjes. Net als een heks.’ Ze grinnikte om haar eigen grapje. ‘Wil je er een proberen?’ Ze gebaarde naar een rij amberkleurige glazen flessen die op een geïmproviseerde, gammele houten plank gepropt stonden. ‘Ik heb middeltjes tegen hoofdpijn, krampen, kiespijn, reuma…’

‘Eh... Ik denk dat ik het maar bij thee hou,’ antwoordde Lacey.

‘Dan wordt het thee!’ riep de excentrieke vrouw uit. Ze dribbelde naar de andere kant van de keuken en haalde twee mokken uit een kast. ‘Welke smaak? English Breakfast? Assam? Earl Grey? Lady Gray?’

Lacey wist niet dat er zoveel soorten waren. Ze vroeg zich af wat ze bij Tom op hun ‘date’ had gedronken. Dat was heerlijk geweest. Nu ze eraan dacht kwam de herinnering bij haar terug.

‘Wat is de traditionele?’ antwoordde Lacey ten einde raad. ‘De thee die je bij scones zou drinken?’

‘Dat zou English Breakfast zijn,’ zei Gina met een bevestigende knik. Ze koos een blik uit de kast, viste er twee zakjes uit en stopte ze in de twee mokken. Toen vulde ze de ketel en zette hem aan de kook, voordat ze zich weer naar Lacey wendde met sprankelende ogen vol oprechte nieuwsgierigheid.

‘Vertel eens,’ zei Gina. ‘Wat vind je van Wilfordshire?’

‘Ik ben hier eerder geweest,’ legde Lacey uit. ‘Ik ben hier als kind op vakantie geweest. Ik vond het toen geweldig en wilde weten of het een tweede keer net zo magisch zou aanvoelen.’

‘En?’

Lacey dacht aan Tom. Aan de winkel. Aan Crag Cottage. Aan alle herinneringen aan haar vader, die twintig jaar onaangeraakt waren gebleven en nu als stof weer waren opgewaaid. Een glimlach krulde haar mondhoeken omhoog. ‘Absoluut.’

‘En hoe ben je in Crag Cottage terechtgekomen?’ vroeg Gina.

Lacey stond op het punt het verhaal van haar toevallige ontmoeting met Ivan in The Coach House uit te leggen, maar de fluitketel begon luid te borrelen en haar stem werd overstemd. Gina hield een vinger omhoog op een manier van ‘hou die gedachte vast’ en liep toen naar de ketel. Boudicca draaide rondjes om haar benen terwijl ze bezig was.

Gina goot stomend water in de mokken. ‘Melk?’ vroeg ze, en ze keek met beslagen brillenglazen over haar schouder.

Lacey herinnerde zich dat Tom haar een kleine kannetje melk had gegeven. ‘Graag.’

‘Suiker?’

‘Als dat is hoe je het zou moeten drinken.’

Gina haalde haar schouders op. ‘Nou, dat hangt van de persoon af. Ik wel, maar misschien ben je van jezelf al zoet genoeg.’

Lacey giechelde. ‘Als jij suiker neemt, dan neem ik het ook.’

‘Okidoki,’ zei Gina. ‘Een klontje of twee?’

Lacey’s ogen werden groot van verbazing. ‘Ik had geen idee dat er zoveel nodig was om een kopje thee te zetten!’

Gina lachte met het gekakel van een heks. ‘Het is een hele kunstvorm, schat! Eén klontje wordt als heel deftig beschouwd. Twee is veel minder beschaafd. Drie? Nou, hier noemen we dat bouwvakkersthee.’ Ze trok een gezicht en kakelde toen weer.

‘Bouwvakkersthee?’ antwoordde Lacey. ‘Dat moet ik onthouden.’

Gina was klaar met de thee, legde de uitgeperste zakjes op een berg met andere gebruikte zakjes die op een schotel naast de ketel lagen en bracht de bekers vervolgens naar de gammele keukentafel. Ze ging zitten, plonsde een suikerklontje in Lacey’s thee, roerde het door en schoof de beker naar Lacey toe.

Lacey nam het dankbaar aan en nam een slokje. De smaak kwam dicht in de buurt van de thee die Tom voor haar had gemaakt, iets sterker en een klein beetje bitter, maar genoeg om haar met tintelende herinneringen te vullen.

Boudicca ging aan Gina’s voeten liggen en kwispelde vrolijk met haar staart.

‘Nou, je was aan het vertellen hoe je in Wilfordshire terecht bent gekomen,’ zei Gina, terwijl ze hun gesprek terugbracht naar het punt waar ze waren gebleven voordat ze door de ketel onderbroken werden.

‘Echtscheiding,’ zei Lacey. Ze kon net zo goed de pleister eraf trekken.

‘O, schat,’ zei Gina, en ze klopte teder op haar hand. ‘Ik ben ook gescheiden. Vreselijke tijden. Maar het was in de jaren negentig, weet je, dus ik heb genoeg tijd gehad om het te verwerken.’

‘Ben je nooit hertrouwd?’ vroeg Lacey. Haar ogen werden iets groter van het mentale beeld van zichzelf dat ze de komende dertig jaar vrijgezel zou blijven en in de volgende Gina zou veranderen.

‘God nee! Ik was ópgelucht, schat,’ zei Gina. ‘Mijn man was zoals elke andere man. Een onvolwassen kleine jongen die een pak droeg. Als je het mij vraagt, ben je beter af zónder! Wat een hoop fratsen voor niets.’

Lacey kon niet anders dan glimlachen. ‘Heb je kinderen?’

‘Eentje maar, een zoon,’ zei Gina met een diepe zucht. ‘Hij koos voor een militaire carrière. Helaas zijn we hem tijdens de actieve dienst verloren.’

Lacey snakte naar adem. ‘O, wat erg.’

Gina glimlachte treurig. ‘Hij was een geweldige jongen.’ Toen fleurde ze op. ‘Maar genoeg daarover. Hoe is je thee? Niet helemaal wat je gewend bent in dat goede oude Amerika?’

‘Het is heerlijk,’ zei Lacey, en ze nam nog een slok. ‘Geruststellend. Ik denk echter niet dat ik deftig genoeg ben.’ Ze voegde een tweede suikerklontje toe. ‘Dat is beter.’

Nu smaakte het net zoals Tom het had gemaakt. Lacey voelde zichzelf vanbinnen glimlachen en ze vroeg zich af wanneer de volgende kans zich voor zou doen dat ze elkaar zouden ontmoeten.

‘Hoelang huur je het huisje van Ivan?’ vroeg Gina.

‘Op dit moment voor onbepaalde tijd,’ verklaarde Lacey. ‘Ik open een winkel in de stad. Een antiekwinkel.’

‘Werkelijk?’ riep Gina uit. Ze had een heel persoonlijke manier van doen, alsof ze oprecht geïnteresseerd was om meer te weten te komen over deze vreemde Amerikaanse vrouw die zomaar bij haar op de stoep was verschenen.

Lacey knikte. ‘Het is een oude droom van me. Mijn vader had er een toen ik een kind was. Alle stukjes vielen op hun plek.’

‘Dat is het universum, dat is het,’ zei Gina. ‘Dat vertelt je wat wat is. Vertelt je dat je precies bent waar je moet zijn.’

Lacey glimlachte. Ze vond dat een fijn idee.

‘Waar ga je je voorraad vandaan halen?’ vroeg Gina.

‘Ik heb voor het interieur-ontwerpbedrijf waar ik werkte veel in antiek gedaan,’ legde Lacey uit. ‘Ik heb een ellenlange lijst met winkels en contacten in Groot-Brittannië. Het enige wat ik nodig heb is een auto, dan kan ik door het land reizen en mijn voorraadlijst en specialiteit opbouwen. Ik ga natuurlijk voor de richting van interieurontwerp, want dat is wat ik ken.’

Gina trok een wenkbrauw op. ‘Heb ik dat goed begrepen? Ben je van plan om onder de neus van je oude bedrijf vandaan antiek te gaan kopen?’

Lacey lachte. ‘Zo zit het niet! Saskia had contacten die voor haar zeer specifieke antieke voorwerpen konden vinden; bepaalde vazen, bepaalde kunstwerken, meubelstukken, die allemaal bij haar specifieke visie pasten. Ik ben meer geïnteresseerd in het opnemen van voorwerpen waar ik van hou, bij elkaar passende stukken die de klant zelf bij elkaar kan zoeken. Trouwens, ik heb met hen allemaal persoonlijk te maken gehad. Mijn oude baas was zo’n draak, ze kent de helft niet eens bij naam. Ik beschouw die contacten allemaal als de mijne.’ Ze lachte opnieuw, dit keer van opwinding bij de gedachte om hen allemaal persoonlijk te bezoeken en hun het nieuws te vertellen over hoe ze nu voor zichzelf verderging. Zelfs als haar familie terughoudend was, wist ze dat de meeste mensen in het vak blij voor haar zouden zijn. Geen van hen vond Saskia ook maar een klein beetje aardig!

Gina leek onder de indruk. ‘Als je ooit een metgezel op een van je reizen naar Londen wilt, dan zou ik graag meegaan. Het is lang geleden dat ik daar ben geweest.’

Lacey kon zich deze vrouw in Pipi Langkous-stijl met haar patchworkkleding niet voorstellen terwijl ze door de straten van Mayfair liep. Maar ze genoot van haar gezelschap en het was altijd leuk om iemand aan haar zijde te hebben.

‘Dat zou ik leuk vinden,’ zei ze glimlachend. ‘Ik ga morgen naar de garage met tweedehands auto’s buiten de stad, en daarna ga ik meteen naar Londen. Ga je mee?’

‘Heel graag!’ zei Gina opgewonden.

‘Dan is het een date,’ antwoordde Lacey.

‘Nou, drink op,’ riep Gina uit. ‘Ik moet je aan de schapen voorstellen.’

Lacey kon niet anders dan lachen toen ze haar thee achteroversloeg en vervolgens achter de vrouw aan liep, die al op weg was naar de deur. Ze vond Gina en haar zorgeloze kijk op het leven echt leuk en ze had het gevoel dat ze geweldig met elkaar zouden kunnen opschieten.

*

Thee veranderde in een paar borrels. Voordat Lacey het wist was het midden in de nacht.

‘Ik kan maar beter naar bed gaan,’ zei ze haastig, toen ze besefte hoe laat het was. ‘Ik heb morgen véél te regelen. Zal ik je om twaalf uur ophalen?’

‘Ik kijk ernaar uit,’ antwoordde Gina.

Lacey ging op weg terug naar huis, en haar hoofd tolde een beetje van alle drank die ze met de leuke Gina had gedronken. Ze had een vriendin in de oude vrouw gevonden, daar was ze zeker van.

 

Terwijl ze in bed plofte, hoorde Lacey haar mobieltje pingelen. Tot haar verrassing was het een e-mail van David.

Ze ging rechtop zitten en wreef ongelovig in haar ogen. Ze had geen rechtstreeks contact meer met David gehad sinds hij hun appartement uit was gestormd en de deur voor haar neus had dichtgeslagen.

Haar handen trilde lichtjes en ze opende het bericht.

Lacey, het is mij ter ore gekomen dat je het land bent ontvlucht en je baan hebt opgezegd. Ik weet zeker dat dit een kinderachtige poging van jouw kant is om te voorkomen dat je alimentatie moet betalen. Houd er rekening mee dat je binnenkort van mijn advocaat zult horen.

Lacey rolde met haar ogen en zakte terug in bed, en ze viel in een uitgeputte, dronken slaap.

Olete lõpetanud tasuta lõigu lugemise. Kas soovite edasi lugeda?